Naar de inhoud

Rijksbegroting 2018: weinig concrete plannen op het gebied van wonen

De rijksbegroting 2018 is een beleidsarme begroting: weinig nieuwe voornemens, het wonen is daarvan niet uitgezonderd. Het wachten is op een nieuw kabinet.
Dat betekent dat voorlopig geteerd wordt op de beleidslijnen die de jaren hiervoor zijn vastgesteld en wat betreft het wonendomein zijn vastgelegd in de nieuwe Woningwet met zijn uitvoeringsregels.

Belangrijkste punten uit de voornemens voor 2018 zijn:

  • Stimulering van de woningproductie door samenwerking met partners. Prioriteit heeft de bouw van zo’n 1 miljoen zeer energiezuinige nieuwbouwwoningen die de komende decennia nodig zijn.
  • Voor Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) en gemeenten zijn er subsidies om energiebesparing bij woningeigenaren te stimuleren.
  • VvE’s zijn vanaf 1 januari 2018 verplicht om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel.
  • Er zijn maatregelen genomen die de bouw van huurwoningen voor middeninkomens stimuleren. Daar is veel vraag naar. Rijk, gemeenten, investeerders en woningcorporaties zitten daarvoor samen aan tafel.
  • De maximale hypotheek is volgend jaar 100% van de waarde van de woning. Het maximale tarief voor de hypotheekrenteaftrek wordt verder verlaagd van 50 naar 49,5%.

Geen nieuws over de huurtoeslag, de verhuurderheffing, maatregelen om de betaalbaarheid van het huren te bevorderen, etc. Over de bouw van woningen voor middeninkomens wordt verwezen naar rondetafelgesprekken. Voor de komende jaren is rekening gehouden met lagere uitgaven voor de huurtoeslag als gevolg van het beleid passend toewijzen.
Aedes heeft de ambities van woningcorporaties voor de komende kabinetsperiode vastgelegd in de Woonagenda. De Woonbond en VNG steunen de Woonagenda.
Bouwend Nederland pleit voor meer investeringen. Zie: bouwend-nederland-begroting-2018.

 

Commentaar
Opvallend is dat de koopkrachtontwikkeling voor 2018 over de gehele linie minimaal is, terwijl de inflatie toeneemt. Dat laatste betekent dat de huren volgend jaar zeker 1,5% zullen stijgen. Zie: koopkrachtcijfers. Kortom een verslechtering van de betaalbaarheid ligt voor de hand.
Of de verhuurderheffing kan worden ingezet om de investeringen in nieuwbouw of verduurzaming van de woningvoorraad te stimuleren is voorlopig niet helder.
Ook de regiefunctie bij de woningproductie blijft onhelder. Blijft die bij gemeenten met de daar bestaande voorkeur voor koopwoningen vanwege de meeropbrengsten? Wel kondigde de DG Bestuur en Wonen van het ministerie BZK aan, dat de regering van plan is bij stagnerende productie in te grijpen. Nadruk bij de vernieuwde regiefunctie ligt op de bouw van gasloze woningen. Zie: rijk-pakt-regie-woningbouw-terug. Er lijkt een breuk te gaan optreden in het rijksbeleid. Onder minister Blok was het credo: markt, markt, markt en minder woningcorporaties. Het is tot nu toe gebleken dat dit een lage woningproductie heeft opgeleverd en dat de verduurzaming van de voorraad zeer traag verloopt. Afwachten is wat de nieuwe regering aan nieuw beleid ontwikkelt.

(comm. H. Nuij, red.)

Wetgeving
Jurisprudentie
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsWetgeving
Publicatiedatum27-09-2017
Nummer2017/0129