Naar de inhoud

Liquidatie van rechtspersonen: is de rechtspersoon opgehouden te bestaan of toch niet?

Liquidatie of ontbinding van rechtspersonen vindt in de praktijk regelmatig plaats. In de praktijk blijkt dat rechtspersonen na afronding van de liquidatieprocedure soms toch nog bestaan. In deze bijdrage bespreekt de auteur enkele situaties wanneer dat het geval kan zijn.

1. Ontbinding van rechtspersonen en ophouden te bestaan

Rechtspersonen kunnen ophouden te bestaan, veelal als gevolg van ontbinding. In artikel 2:19 lid 1 BW is vastgelegd dat rechtspersonen kunnen worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering of als sprake is van een stichting door het bestuur, tenzij in de statuten anders is bepaald, door het intreden van een gebeurtenis die volgens de statuten de ontbinding tot gevolg heeft, na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, hetzij insolventie, door het ontbreken van leden of bij beschikking van de Kamer van Koophandel of rechtbank. Een rechtspersoon kan ook ophouden te bestaan door een juridische fusie of splitsing.

Indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft, houdt hij op dat moment onmiddellijk op te bestaan. Dit duidt men aan met de benaming turboliquidatie. Zijn er wel baten, dan dient eerst vereffening plaats te vinden door een vereffenaar. In artikel 2:19 lid 5 BW is daarover bepaald dat de rechtspersoon na ontbinding blijft voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. Blijkt de vereffenaar dat de schulden de baten vermoedelijk zullen overtreffen, dan doet hij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement. Is geen sprake van aangifte tot een faillietverklaring, dan dient de vereffenaar een rekening…