Omdat de Sdu strafrechtblogs gaan stoppen, is dit de laatste blog van mijn hand. De aard van mijn praktijk maakt dat mijn blogs regelmatig over honden, katten, kevers of andere beesten gingen. Zo niet vandaag.
Een onderwerp waar uiteraard al veel en vaak over geschreven is, is het beleid van de minister voor (tegen) rechtsbescherming. Met name ook de bezuinigingen op de gefinancierde rechtsbijstand. Ondanks dat daar nog zeer recent en ook al zoveel over geschreven is, door diverse auteurs op dit platform en daarbuiten; met name Eric Steller en Anno Huisman verdienen in dat verband op zijn minst eervolle vermeldingen, kan ik het toch niet nalaten mijn laatste plasje hier op dit forum ook daarover te doen.
On repeat
Afgelopen donderdag was ik aanwezig bij het debat over gefinancierde rechtsbijstand in de tweede kamer. Nog voor het einde van het debat is het overgrote deel van de aanwezige advocaten collectief opgestapt. Een statement, maar voor mij persoonlijk ook omdat ik het gewoonweg niet langer aan kon horen. Sander Dekker bleef stoïcijns dezelfde grijsgedraaide boodschap herhalen: We moesten geduld hebben, als de Q omlaaggaat kan de P omhoog, in 2024 wel te verstaan. Daarbij herhaalde hij dat we met elkaar in gesprek zouden moeten blijven en gaf hij impliciet en ook expliciet, ter plekke en in eerdere interviews, de advocatuur de schuld. De NOVA is immers weggelopen en gaat dus de dialoog niet meer aan. De specialistenverenigingen waren eerder al opgestapt. Als voorzitter van de NVJSA ben ik inderdaad eerder ook al opgestapt, tijdens een zogenaamde ‘ontwerpsessie rechtsbijstand’. Toen al konden we het namelijk niet langer aanhoren, omdat ook daar de boodschap was en bleef dat er geen geld bij zou komen. Dit ondanks dat alles en iedereen die er verstand van heeft, al lang en breed heeft gezegd dat het binnen de bestaande budgettaire kaders niet kan. Inmiddels hebben ook het OM en de rechtspraak publiekelijk te kennen gegeven dat een goede vergoeding voor de advocatuur onmisbaar is. De nood is hoog, er moet nu iets gebeuren. Kortom; wij gaan graag de dialoog aan, we blijven graag in gesprek, maar een gesprek veronderstelt dat er te praten valt. Als we steeds hetzelfde liedje willen horen, zet ik wel een LP met een kapotte groef aan.
Declareren voor gevorderden
Nu zou ik dus weer in deze blog kunnen uitleggen waarom we onderbetaald worden, waarom de nood zo hoog is, maar dat heeft Anno Huisman vorige maand al treffend verwoord. Dat weet de minister dus al lang. Ik heb de stellige indruk dat de minister het gewoonweg niet wil horen en dat hij de materie niet begrijpt. In die indruk word ik gesterkt door de stukken die ik heb ontvangen na een WOB-verzoek dat ik bij het ministerie heb ingediend over de zogenaamde ontwerpsessies rechtsbijstand. Het ministerie heeft daar een bureau voor ingehuurd, om die sessies in goede banen te leiden. Dat heeft overigens, zo blijkt uit die stukken, 700 euro exclusief btw per dagdeel gekost. Voor 36 dagdelen, 18 hele dagen, is 25.200 euro exclusief btw gedeclareerd. Ik vind het niet schokkend veel geld, maar het is wel tekenend dat het ministerie hier kennelijk wel beseft dat voor kwaliteit betaald moet worden. De gemiddelde toevoegingsadvocaat moet om dit bedrag om te zetten, 233 toevoegingspunten declareren. Dat zijn ruim 29 meervoudige kamerzaken, afgaande op het rapport van der Meer, ongeveer 50 dagen werk, uitgaande van 8 declarabele uren per dag. U is uiteraard uit eerdere blogs bekend dat we dat niet halen, nu reistijd, studie literatuur en jurisprudentie, contact met de familie van de cliënt en wat dies meer zij, niet wordt vergoed. Grof gezegd moeten een toevoegingsadvocaat een vol kwartaal fulltime werken om deze omzet te behalen.
Maak het simpel
Interessanter is echter wat er uit de correspondentie tussen dit bureau en het ministerie, die in het kader van het WOB-verzoek is verstrekt, naar voren komt. Daar wordt namelijk bijvoorbeeld opgemerkt, in een interne mail: “Mijn autoritje met de minister morgen slaan we even over als focus-punt, dat los ik wel op een andere manier op dan met een stuk. Hij heeft met het debat in de eerste kamer gisteren wel een beter beeld gekregen van de contouren. Aandacht vraagt wel het concretiseren van zijn beeld wat Routes zijn. Dat vond hij maar vaag…” en: “Ik hoor graag jullie reacties snel, want ik zit natuurlijk donderdag al met de minister. Iemand die het in een mooi simpel plaatje kan vatten is helemaal een held!”. Simpele plaatjes voor de minister. De minister die deze plannen met hand en tand verdedigt, maar ze zelf kennelijk ook niet echt begrijpt.
Dovemansoren
Behalve dat de minister het niet begrijpt, lijkt er nog een reden te zijn om niet van de plannen te willen afwijken. Het zijn namelijk niet slechts plannen en pilots. Men staat daarnaast al lang niet meer open voor externe input. Uit een serie mails van mei 2018 blijkt bijvoorbeeld dat het ingeschakelde bureau beredeneerd wil kunnen afwijken van wat in de zogenaamde ontwerpsessies naar voren is gekomen, ze halen dingen waar ze niet blij van worden ook eruit, zo valt letterlijk te lezen. Dat beeld wordt versterkt door een mail van 4 april 2018, nog voordat de eerste sessie, waar dus deelnemers uit het veld input mogen leveren, van start is gegaan. Daar wordt namelijk aan de begeleiders van de sessies de opdracht gegeven: "discussies in de kiem te smoren". Het ingeschakelde bureau laat aan het ministerie weten dingen 'in de geest van de sessies' in te vullen. Kort en goed; onze kritiek was al voordat wij zo netjes uitgenodigd waren tijdens deze sessie te komen brainstormen, aan dovemansoren gericht.
Misschien nog wel één van de meest interessante dingen, ook in het kader van die veel te snel ingevoerde pilot met Achmea Rechtsbijstand is een mail waarin de programmadirecteur rechtsbijstand aan andere bij het ministerie betrokken ambtenaren en het ingeschakelde bureau, met daarin de zin: 'de vraag van de minister om al snel onomkeerbare stappen te zetten bracht XXX en mij vervolgens op de vraag of/hoe we het traject rond echtscheidingen voor een eerste snelle stap zouden kunnen benutten." Deze mail is van 26 april 2018. Ruim voor afronding van het hele traject, ruim voordat input van alle procesdeelnemers is opgehaald én belangrijker nog, voordat de kamer zich hierover heeft kunnen buigen, heeft de minister dus kennelijk verzocht om snelle onomkeerbare stappen.
Kortom, het heeft geen enkele zin om de dialoog nog aan te gaan of in gesprek te blijven. Een gesprek is het nooit geweest.
Om toch ook mijn laatste blog nog enigszins positief te eindigen en de dieren erbij te betrekken; wij krijgen thuis waarschijnlijk een tweede hond, een klein hondje uit het asiel. Het is een braaf beestje, maar hij schijnt bij zijn vorige eigenaren vrij weinig te hebben geleerd en begrijpt er dus niet veel van, daarnaast luistert ie bar slecht. Ik heb mijn vrouw voorgesteld hem Sander te noemen.
Auteur is Jaap Baar, Bestuursrechtadvocaat / Strafrechtadvocaat bij Kuyp Baar Advocaten.