Liefde op de werkvloer: de do’s, maar vooral de don’ts

Liefde op de werkvloer: de do’s, maar vooral de don’ts
12 februari 2021

Valentijnsdag is weer in aantocht. Volgens het CBS zijn er bijna 150.000 stellen op de werkvloer (zo’n 4% van alle werknemers). Doorgaans leveren dergelijke relaties geen problemen op, maar soms kunnen er toch spanningen ontstaan op de werkvloer. Een overzicht van de do’s, maar vooral de don’ts.

Iedereen heeft het recht om een affectieve relatie aan te gaan met een persoon van zijn of haar keuze. Dit fundamentele recht is opgenomen in art. 8 EVRM en beperkt zich niet tot de privé-situatie. Ook liefdesrelaties tussen collega’s onderling en tussen een werknemer en een cliënt vallen hieronder. De werkgever dient daar in beginsel niet mee te bemoeien.

In februari 2019 schreef Petra Hogewind-Wolters een (valentijns)blog met een overzicht van de jurisprudentie van wat er wel en niet mag met betrekking tot de liefde op de werkvloer. Na twee jaar is het tijd om een nieuw overzicht te geven van de nadien verschenen uitspraken.

Liefde tussen directeur en ondergeschikte

Dat een afwijzing van de liefde tussen de directeur en een werkneemster niet goed kan aflopen, blijkt wel uit deze zaak. Een werkneemster is er niet van gediend dat de directeur haar kust nadat hij haar de liefde heeft verklaard. De werkneemster beschuldigt de directeur van seksuele intimidatie en meldt zich daarna ziek. De directeur ontslaat haar vervolgens op staande voet. Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat er geen geldige reden is voor ontslag op staande voet en kent de werkneemster een billijke vergoeding van 15.000 euro toe.

Liefde tussen leidinggevende en ondergeschikte

In deze zaak heeft de relatie tussen de leidinggevende en de ondergeschikte geen rol gespeeld bij de ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Volgens de werkgever had de leidinggevende als goed werknemer moeten melden dat hij een relatie had met een ondergeschikte.

Maar omdat de relatie reeds drie jaar geleden is beëindigd en gesteld noch gebleken is dat iemand daarvan schade heeft ondervonden, kan deze omstandigheid op zichzelf genomen geen grond vormen voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst wordt desniettemin ontbonden op andere gronden. De leidinggevende krijgt een transitievergoeding en een billijke vergoeding van in totaal 70.000 euro mee.

Liefde tussen collega’s onderling

In deze zaak is de werknemer op staande voet ontslagen, omdat hij een vrouwelijke collega heeft gezoend of gepoogd te zoenen, terwijl zij dat absoluut niet wenste. Volgens de werkgever heeft de werknemer zich schuldig gemaakt aan ongewenste intimiteiten, waarna hij ook nog eens ontoelaatbare druk op haar heeft uitgeoefend en dingen heeft gezegd en gedaan, waaruit blijkt dat de werknemer het ontoelaatbare van zijn gedrag absoluut niet inziet.

Het hof oordeelt dat er geen sprake is van een dringende reden voor het ontslag op staande voet. Zelfs indien vast zou komen te staan dat de werknemer de collega heeft gezoend terwijl zij dat niet heeft gewild en dat zij hem heeft afgeweerd, gaat het hier om een eenmalige zoen die heeft plaatsgevonden in de privésfeer. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet derhalve terecht vernietigd, aldus het hof.

Liefde tussen docent en (ex-)leerlinge

Vooropgesteld wordt dat een docent te allen tijde een professionele afstand dient te bewaren tot zijn leerlingen vanwege de afhankelijkheids- en gezagsverhouding. De kantonrechter oordeelt dat de docent ook na de diploma-uitreiking had moeten beseffen dat het hem niet vrijstaat om zich open te stellen voor (het ontstaan van) een relatie tussen hem en een ex-leerlinge.

De leerlingen, maar ook ouders en de schoolleiding, moeten erop kunnen vertrouwen dat de docent zichzelf en de leerlinge ervoor behoedt dat een contact later, als de leerlinge de school heeft verlaten, blijkt te zijn ontwikkeld tot een relatie tussen hen. Door het grensoverschrijdend gedrag heeft de docent dat vertrouwen beschaamd. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met toekenning van de helft van de transitievergoeding.

Liefde tussen sociaal werker en cliënt

Binnen de (zorg)hulpverlening geldt de regel dat een hulpverlener geen affectieve relatie aangaat met een cliënt. Dat de arbeidsrechtelijke gevolgen bij overtreding hiervan vergaand kunnen zijn, blijkt wel uit de volgende zaak. Twee cliënten hebben een klacht ingediend over een sociaal werker. Hij zou seksuele toespelingen hebben gemaakt bij een cliënt en een seksuele relatie hebben onderhouden met een andere cliënt. Uit onderzoek blijkt dat de sociaal werker zich inderdaad schuldig heeft gemaakt aan deze feiten en zich dus grensoverschrijdend heeft gedragen. De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van de transitievergoeding.

Na verbreken relatie met collega

Soms gaan ook relaties tussen twee collega’s uit. Sommige mensen gedragen zich dan als gevolg van emoties onbehoorlijk. In deze zaak houdt de werkneemster – na het recent verbreken van een intieme relatie met een collega – deze ex in te gaten via het klok- en tijdregistratiesysteem en camerasysteem. Als ze merkt dat de ex vaak met dezelfde collega gelijktijdig op het werk verschijnt, maakt ze de opmerking: “Zo, dat is de vierde keer op rij, slapen jullie bij elkaar ofzo?”

De kantonrechter oordeelt dat de werkneemster niet vertrouwelijk en integer heeft gehandeld en de privacy van de collega’s heeft geschonden. De arbeidsovereenkomst wordt derhalve ontbonden. Desondanks oordeelt de kantonrechter dat ze niet ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en behoudt ze wel haar recht op de transitievergoeding.

Conclusie

Een affectieve relatie met iemand aangaan is een fundamenteel recht, dat geldt ook op de werkvloer. Uit de bovengenoemde rechtspraak blijkt dat de werkgever wel bepaalde grenzen daaraan mag stellen en arbeidsrechtelijke consequenties kan verbinden aan grensoverschrijdend gedrag. Hoewel liefde binnen het arbeidsrecht dus niet altijd oneindig kan zijn, sluit ik af met een quote van Richard Bach: ware liefdesverhalen hebben nooit een einde…