Naar de inhoud

Art. - De EHEC-crisis: wat was er aan de hand?

Eind mei 2011 maakte het Duitse Robert Koch Instituut melding van een groot aantal patiënten met bloederige diarree en hemolytisch-uremisch syndroom (HUS), veroorzaakt door enterohemorragische Escherichia coli (EHEC) serotype O104:H4. Bij het opmaken van de balans eind juli blijken in totaal 4.321 mensen geïnfecteerd met de uitbraakstam, waarvan er 852 zijn gediagnosticeerd met HUS. In totaal zijn er 50 mensen overleden. Daarmee is deze uitbraak de grootste uitbraak van HUS ooit beschreven. Naast desastreuze schade aan de publieke gezondheid heeft de uitbraak ook geleid tot aanzienlijke economische schade. Dit artikel beschrijft de bijzonderheden van de uitbraak, de brontracering en implicaties voor de toekomst.



Groepen pathogene E. coli
De meeste varianten van de Escherichia coli bacterie zijn onschuldige en nuttige darmbewoners bij de mens en andere warmbloedigen. Echter, bepaalde varianten hebben zich ontwikkeld tot pathogenen. Op grond van het ziektebeeld en de genetische samenstelling zijn er verschillende typen diarree veroorzakende E. coli bacteriën, waaronder EHEC, die op zijn beurt eigenlijk een subgroep is van Shigatoxine-producerende E. coli (STEC) die bloederige diarree en HUS kan veroorzaken. Niet alle STEC zijn evenwel in staat om een even ernstige ziekte te veroorzaken.
Van al deze pathogene groepen is STEC/EHEC de enige met een duidelijk dierlijk reservoir en is dus als enige groep een zoönose. Rundvee en andere herkauwers (schapen, geiten, herten) zijn verruit het belangrijkste reservoir, maar STEC/ EHEC is ook in lage prevalenties aangetroffen in andere landbouwhuisdieren zoals varkens en kippen.1 Transmissie van het dierlijke reservoir naar de mens vindt plaats door direct contact met…