Naar de inhoud

1. Refertejaar of referteperiode voor WAO en WIA, 1.1. Algemeen(Arbeidsongeschiktheid)

Deze paragraaf is bijgewerkt tot 6 januari 2015

Voor de dagloonvaststelling WAO en Wet WIA wordt gekeken naar het genoten loon in het jaar voorafgaand aan het intreden van de arbeidsongeschiktheid. Op dit uitgangspunt geldt voor de dagloonvaststelling WAO en Wet WIA slechts één uitzondering.

Bij de vaststelling van een dagloon WAO of Wet WIA dient eerst het refertejaar vastgesteld te worden teneinde de totale loonsom in dit jaar vast te stellen. Het refertejaar eindigt voor een dagloonvaststelling WAO en Wet WIA op de laatste dag van het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden (art. 13, lid 1, Dagloonbesluit werknemersverzekeringen).

Uitzonderingen op het algemene uitgangspunt dat het refertejaar eindigt op de laatste dag van het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid is ingetreden zijn:

1. Indien sprake is van gelijktijdige dienstbetrekkingen, is het einde van het refertejaar gelegen op de laatste dag van het aangiftetijdvak dat het eerst voor het intreden van de arbeidsongeschiktheid is geëindigd.

2. Indien sprake is van een uitkeringsrecht op grond van de nawerking van de verzekering ingevolge de WAO of de Wet WIA, is het einde van het refertejaar gelegen op de laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarin de verzekering is geëindigd.

Op het algemene uitgangspunt dat gekeken moet worden naar een geheel refertejaar om het genoten loon in deze periode te bepalen bestaat voor de dagloonvaststelling WAO en Wet WIA slechts één uitzondering, te weten de startersregeling ingevolge art. 18 Dagloonbesluit werknemersverzekeringen. Deze is er voor de werknemer die slechts kort heeft gewerkt, dat wil zeggen arbeidsongeschikt is geworden binnen een jaar nadat hij is gaan werken. De formulering van het begrip starter in art. 18, lid 1, Dagloonbesluit…