Naar de inhoud

10. Het aanvragen van de uitkering, 10.1. De aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA(Arbeidsongeschiktheid)

Deze paragraaf is bijgewerkt tot 1 februari 2013

De uitkering of de herleving daarvan wordt op grond van art. 64, lid 1, Wet WIA slechts op aanvraag toegekend. Voor het doen van de aanvraag moet de werknemer op grond van art. 2 Controlevoorschriften arbeidsongeschiktheidswetten 2006 gebruikmaken van een door het UWV beschikbaar gesteld formulier.

Ambtshalve toekenning

Op grond van art. 64, lid 10, Wet WIA is het UWV bevoegd om de uitkering ambtshalve toe te kennen als vasthouden aan het vereiste van het doen van een aanvraag tot kennelijke hardheid zou leiden. Het UWV kan bepalen in welke situaties toepassing van deze hardheidsclausule kan leiden tot een ambtshalve toekenning van de uitkering. Gedacht kan worden aan situaties waarin het niet of niet tijdig aanvragen van een uitkering het gevolg is van de ziekte waaraan betrokkene lijdt. Het is niet de bedoeling dat dergelijke personen niet in aanmerking zouden kunnen komen voor een uitkering. Met name ten aanzien van psychotische en schizofrene mensen kan zich de situatie voordoen dat de betrokkene geen uitkering aanvraagt of weigert een uitkering aan te vragen, bijvoorbeeld omdat hij zijn ziekte ontkent.

Kennisgeving UWV

Op grond van art. 64, lid 2, Wet WIA is het UWV verplicht om een belanghebbende uiterlijk 20 maanden na aanvang van de wachttijd van 104 weken op de hoogte te stellen van de mogelijkheid een WIA-uitkering aan te vragen. In geval van vrijwillige verlenging van de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever deelt het UWV dit mee in de beschikking…