Naar de inhoud

Aan inwoner van Nederland toekomend Australisch overheidspensioen behoort tot het premie-inkomen

Samenvatting

Belanghebbende woont in Nederland. Hij heeft zowel de Nederlandse als de Australische nationaliteit. Belanghebbende ontving in 2009 uitsluitend een – in overheidsdienst opgebouwd – pensioen uit Australië. De belastingheffing over het pensioen is krachtens het belastingverdrag met Australië aan Australië toegewezen. Australië kent geen stelsel van premieheffing ten behoeve van sociale zekerheid of medische verzorging. Daarvoor worden de belastingopbrengsten gebruikt. Aan belanghebbende is vrijstelling van verzekeringsplicht verleend voor de AOW, Anw en AKW maar niet voor de AWBZ. In geschil is of het Australische pensioen behoort tot het premie-inkomen ex art. 8 Wfsv respectievelijk het bijdrage-inkomen ex art. 43 Zvw. Anders dan belanghebbende, beantwoordt het hof die vraag bevestigend. Het hof zet uiteen dat:

  • belanghebbende verplicht verzekerd is voor de volksverzekeringen;

  • de heffing van premies niet als belastingheffing kan worden aangemerkt;

  • het belastingverdrag en het socialezekerheidsverdrag met Australië niet van toepassing zijn op de heffing van premie op grond van de AWBZ en de Zvw;

  • van schending van de goede verdragstrouw daarom geen sprake kan zijn;

  • voor het buiten aanmerking laten van een gedeelte van het premie-inkomen op grond van nationaal recht als voorwaarde geldt dat dat gedeelte moet zijn onderworpen aan premieheffing door een andere mogendheid;

  • daarvan in dit geval echter, nu moet worden uitgegaan van een formeel premiebegrip, geen sprake is.

(Hoger beroep ongegrond.)

Commentaar

Leest men het standpunt van belanghebbende (zie overweging 4.2: in de Australische heffingssystematiek worden de uitgaven voor sociale zekerheid en medische verzorging uit de algemene belastingmiddelen voldaan), dan moet de afwijzende uitspraak van het hof tot de conclusie leiden dat in feite…