Afkoop kapitaalverzekering met lijfrenteclausule

Samenvatting

Als een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule (oude regime) na expiratie tegen de wil van de belastingplichtige wordt uitgekeerd, is de uitkering belast, tenzij wordt verzocht om toepassing van het nieuwe regime en de uitkering binnen het kalenderjaar wordt gebruikt voor de aankoop van een nieuwe lijfrente (art. 75 lid 5 Wet IB).

Tekst

Per 1 januari 1992 (Brede herwaardering I) biedt de wet de mogelijkheid de heffing van inkomstenbelasting over een afkoopsom van een lijfrente te voorkomen door in hetzelfde kalenderjaar de afkoopsom te gebruiken voor een nieuwe lijfrente. De nieuwe lijfrente wordt fiscaal aangemerkt als een voortzetting van de eerste lijfrente (artikel 25 lid 9 Wet IB).

Een belastingplichtige met een lijfrentepolis waarop het oude regime (eerbiedigende werking van artikel 75 Wet IB) van toepassing is, kan bij zijn aangifte inkomstenbelasting verzoeken om toepassing van het nieuwe regime op deze polis (meestal zal dit een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule zijn). Het gevolg is dat het aan de belastingplichtige uitgekeerde kapitaal kan worden gebruikt als koopsom voor een nieuwe lijfrente, mits de aankoop in hetzelfde kalenderjaar plaatsvindt. De nieuwe lijfrente moet voldoen aan de voorwaarden zoals deze gelden vanaf de invoering van Brede herwaardering I.

Commentaar

Voorheen placht de staatssecretaris in gevallen waarin een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule na expiratie tegen de wil van de belastingplichtige wordt uitbetaald, goed te keuren dat het ten onrechte uitbetaalde bedrag niet in de heffing werd betrokken, indien het bedrag ter uitvoering van de lijfrenteclausule binnen enkele maanden alsnog aan een professionele verzekeraar werd overgemaakt. Dit hardheidsclausulebeleid is volgens de staatssecretaris niet meer nodig en is dan ook ingetrokken.

Als belastingplichtigen de afkoopsom op hun oude polis…