Afstand van recht van gebruik en bewoning en schenkingsrecht
Samenvatting
Op 21 januari 2005 heeft Hof Leeuwarden een uitspraak gewezen in verband met het afstand doen van een recht van gebruik en bewoning. Het betrof de vraag of alsdan sprake is van een belaste schenking. De schrijfster gaat in het onderstaande nader hierop in.
Tekst
1 Inleiding
De overdracht van de woning onder voorbehoud van een genotsrecht, kan vanuit successierechtelijk oogpunt zeer aantrekkelijk zijn. Het fiscale voordeel is het grootst indien het genotsrecht uiterlijk 180 dagen voor het overlijden eindigt. In dat geval is artikel 10 SW niet van toepassing en komt zowel de waardeaangroei van blote naar volle eigendom als de na de overdracht opgetreden waardestijging van het pand zonder successierecht bij de toekomstige erfgenamen terecht. Na de invoering van de Wet IB 2001 is het fiscale voordeel aanzienlijk minder of zelfs verdwenen indien de woning is gefinancierd met een (hypothecaire) lening. De rente is in dat geval na de overdracht immers niet meer aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Omdat hiervoor geen overgangsregeling is getroffen, geldt dit ook voor overdrachten die hebben plaatsgevonden vóór 1 januari 2001. De overdracht blijft echter lucratief voor woningen waarop geen hypothecaire lening rust of voor woningen waarvoor de rente toch al niet fiscaal aftrekbaar is (bijvoorbeeld vakantiewoningen).
In de zaak die speelde voor Hof Leeuwarden had de overdracht plaatsgevonden in 1991. In 2000 deden de ouders afstand van hun recht van gebruik en bewoning. In deze procedure stond de vraag centraal of terzake van de afstand schenkingsrecht was verschuldigd. Hierna besteed ik in onderdeel 2 en 3 aandacht aan deze uitspraak. De fiscale aspecten zijn anders indien geen recht van gebruik en bewoning zou zijn gevestigd maar een recht…