Indien goederen die onder de regeling douanevervoer zijn geplaatst in strijd met artikel 298, tweede lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie niet langs een verplicht te volgen route worden vervoerd dan wel in strijd met de artikelen 276, tweede lid, 284, eerste lid, of 297, eerste lid, van de Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie niet binnen de voorgeschreven termijn bij het kantoor van bestemming worden aangebracht, vormt dit een verzuim ter zake waarvan de inspecteur degene die de goederen in strijd met genoemd artikel 298, tweede lid, vervoert, onderscheidenlijk de goederen in strijd met de genoemde artikelen 276, tweede lid, 284, eerste lid, of 297, eerste lid, niet tijdig aanbrengt, en degene door wiens toedoen het desbetreffende verzuim plaatsvindt, ieder een bestuurlijke boete van ten hoogste € 321 kan opleggen.