Naar de inhoud

Arrest Lubbock Fine; geen BTW over schadevergoeding (1999.27.3279)

Lubbock Fine huurt een pand voor meer dan 25 jaar. De verhuurder verkoopt het pand. De koper vraagt de huurder om afstand te doen van zijn huurrecht. Lubbock Fine ontvangt daarvoor een vergoeding. Voor het Hof van Justitie EG is in geschil of Lubbock Fine hierover BTW is verschuldigd.

Het Hof oordeelt dat een huurder die afstand doet van zijn huurrecht, het onroerend goed ter beschikking stelt van de verhuurder. Dit valt onder het begrip 'verhuur van goederen', dat volgens art. 13B sub b Zesde Richtlijn is vrijgesteld van BTW. Deze bepaling staat de lidstaten niet toe over de vergoeding voor de afstand van de huur belasting te heffen, wanneer de krachtens de huurovereenkomst betaalde huurbedragen van BTW waren vrijgesteld (zie in het kort FBN 1996, nr 43).

Volgens Simons slaat de tekst van art. 13B sub b Zesde Richtlijn op de feitelijke handeling van het huren en niet op de civielrechtelijke overeenkomst tot huur of een wijziging daarin. Hij vindt het opmerkelijk dat het Hof aan dit essentiële verschil geen aandacht besteedt. Hierdoor wordt het karakter van de BTW als een algemene verbruiksbelasting aangetast. In zo'n verbruiksbelasting is een afstand van huurrechten niet als een prestatie aan derden aan te merken. Een schadevergoeding valt daarom geheel buiten de BTW-sfeer en moet niet afhankelijk zijn van het regime dat op de verhuur van toepassing is.

A.L.C. Simons

BNB 1999/193

Hof van Justitie EG; 15 december 1993; nr C-63/92

Wetgeving
Jurisprudentie
Officiële publicaties
Europese regelgeving
Soort nieuwsLiteratuur
Publicatiedatum08-05-2009
Nummer1999/0497