Art. - De bijzondere bevoegdheden van een hypotheekhouder
De hypotheekhouder heeft een aantal bijzondere bevoegdheden: de wet biedt een hypotheekhouder de mogelijkheid in de hypotheekakte te bedingen dat de hypotheekhouder bevoegd is tot inbeheerneming van het onderpand, en tot ontruiming, en tot het opzeggen van huurovereenkomsten. Deze bijzondere bevoegdheden en de nieuwe wettelijke bevoegdheid tot bezichtiging van het onderpand staan centraal in dit artikel.
Het recht van parate executie van het verhypothekeerde registergoed (art. 3:268 BW) is de meest in het oog springende bevoegdheid van de hypotheekhouder, maar de bevoegdheid om in bepaalde omstandigheden te beschikken over andermans goed is niet uniek voor de houder van een hypotheekrecht. Enige andere bevoegdheden zijn wel uniek: de wet biedt een hypotheekhouder de mogelijkheid te bedingen dat de hypotheekhouder bevoegd is tot inbeheerneming van het onderpand, en tot ontruiming, en tot het opzeggen van huurovereenkomsten. Deze bijzondere bevoegdheden en de nieuwe wettelijke bevoegdheid tot bezichtiging van het onderpand staan centraal in dit artikel. Eerst volgt een korte schets van de wijziging van de regels omtrent executoriale verkoop van onroerende zaken per 1 januari 2015.1 Aan het slot wordt ingegaan op de vraag of de hypotheekbedingen in algemene voorwaarden kunnen worden opgenomen.
Wetswijziging
Op 1 januari 2015 werd een aantal bepalingen in Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gewijzigd. Het belangrijkste doel van de wetswijziging was “de executoriale veiling van onroerende zaken transparanter en voor een breder publiek toegankelijk te maken.”.2 Het oogmerk van de wetgever was dat daarmee de opbrengst van executoriale verkoop hoger zou worden. De belangrijkste wijziging was de mogelijkheid om bij executoriale verkoop gebruik te maken van internet. Het gaat dan…