Naar de inhoud

Art. - De boedelschuldenlijst (I)

Schulden van een failliet kunnen in het faillissement kwalificeren als een superboedelschuld, een boedelschuld, een faillissementsschuld of een niet-verifieerbare vordering. In de jurisprudentie van de afgelopen jaren heeft een stevige herschikking plaatsgevonden van deze vier categorieën, in het bijzonder van de boedelschulden. In dit driedelige artikel geven wij een overzicht van de stand van zaken en brengen wij praktische onderscheidingen aan binnen de genoemde categorieën.

In dit eerste deel nemen wij een aanloop (§ 1, 2 en 3) en maken wij een begin met de door ons opgestelde ‘boedelschuldenlijst’ door een overzicht te geven van de verschillende categorieën superboedelschulden (§ 4, categorie A, B en C).

In de volgende aflevering van FIP verdelen wij in deel II alle schulden die naar huidig recht als gewone boedelschulden kwalificeren, in acht categorieën (§ 5, categorie D tot en met K).

In de aflevering daarna bespreken wij in deel III de faillissementsschulden (§ 6, categorie L tot en met P) en de niet-verifieerbare vorderingen (§ 7, categorie Q tot en met T) en geven wij in § 8 een overzicht van de boedelschuldenlijst.

1. Inleiding

De curator in een faillissement moet zelfstandig kunnen beoordelen welke status een vordering van een schuldeiser op de failliet heeft in het faillissement.

Bij het opstellen van de uitdelingslijst moet hij beoordelen of aan een vordering voorrang verbonden is.1 De Insolad Werkgroep Afwikkeling Faillissementen stelde in haar zogenoemde WAF-rapport al een nuttige preferentielijst op ten aanzien van de verschillende preferente vorderingen in een faillissement.2

De uitdeling in een faillissement vindt echter in twee ronden plaats. Eerst worden, indien…