Art. - De voortdurende verbintenis
In ons contractenrecht is een voortdurende verbintenis een bijzonder geval: niet nakoming van die verbintenis maakt ontbinding van een overeenkomst mogelijk zonder dat verzuim is vereist. De kwalificatie ‘voortdurende verbintenis’ heeft dus belangrijke contractuele consequenties. Hoog tijd om eens wat langer stil te staan bij dit type verbintenis.
1. Inleiding
Als een partij tekortschiet in de nakoming van een verbintenis uit een overeenkomst, is diens wederpartij in beginsel bevoegd om de overeenkomst te ontbinden. Voor zover nakoming nog mogelijk is, is vereist dat de schuldenaar in verzuim verkeert. Indien de schuldenaar tijdelijk of permanent niet in staat is om de verbintenis waarin hij tekort is geschoten alsnog na te komen, dan kan de schuldeiser direct ontbinden. De schuldenaar hoeft niet in verzuim te zijn.
Een bijzonder gevalstype van onmogelijkheid tot nakoming betreft de situatie waarin sprake is van een tekortkoming in de nakoming van een voortdurende verbintenis. Dit is een ondergeschoven leerstuk waaraan weinig aandacht wordt besteed en waarop vaker een beroep zou kunnen worden gedaan.
Ik geef in dit artikel een toelichting op dit leerstuk en bespreek hoe het kan worden toegepast. Daartoe zet ik aan de hand van jurisprudentie uiteen wat voortdurende verbintenissen zijn en waar ze uit voortvloeien. Ik vang aan met een toelichting op het gevolg van de kwalificatie als voortdurende verbintenis, te weten het ontstaan van een ontbindingsmogelijkheid die geen verzuim en daarom ook geen voorafgaande ingebrekestelling vereist.
2. De onmogelijkheid tot nakoming bij schending van een voortdurende verbintenis
In diverse arresten heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat bij schending van een voortdurende verbintenis, sprake is van een onherstelbare tekortkoming. Een schuldenaar kan bij schending van een…