Naar de inhoud

Art. - Governancecode Zorg versus Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek

Per 1 januari 2017 is de nieuwe code voor de zorgsector in werking getreden: de Governancecode Zorg (de ‘code’). De code is sinds de vorige code (de Zorgbrede Governancecode uit 2010) flink geüpdatet en gaat nu uit van zeven principes. Deze principes zijn uitgewerkt in bepalingen of gedragsregels, die de concrete toepassing van het principe beschrijven.1 Zorginstellingen die lid zijn van een organisatie die verbonden is aan de vereniging Branchegroep Zorg (de ‘zorginstellingen’) moeten deze principes naleven. De wettelijke regels van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (het ‘BW’) over rechtspersonen zijn echter ook van toepassing indien de zorginstellingen hun organisatie hebben ondergebracht in een rechtspersoon, terwijl de code en Boek 2 BW elkaar niet altijd (lijken te) verdragen. In deze bijdrage wordt uiteengezet hoe om te gaan met de belangrijkste discrepanties tussen de code en de bijbehorende bepalingen uit Boek 2 BW.

Achtergrond en doel

De code heeft het beginsel ‘pas toe of pas toe én leg uit’ geïntroduceerd. Toepassing van de code is derhalve niet vrijblijvend. Willen de zorginstellingen een alternatieve invulling geven aan bepaalde regels, dan moet dit worden verantwoord in het jaarverslag.2

Ervan uitgaande dat de zorginstellingen hun statuten conform de code inrichten, kan de vraag worden gesteld of hiermee eveneens wordt voldaan aan de wettelijke bepalingen uit Boek 2 BW. Om een handvat te bieden aan de praktijk wordt hierna aan de hand van een aantal voorbeelden toegelicht en uitgewerkt welke status aan de code in vergelijking met de wettelijke bepalingen uit Boek 2 BW kan worden toegekend en welke bepalingen prevaleren. Eerst worden voorbeelden gegeven van bepalingen…