Naar de inhoud

Art. - Het benoemingsbesluit en de bestuurder: twee communicerende vaten

Het benoemingsbesluit is onmisbaar bij de totstandkoming van de bijzondere positie van de bestuurder. Het antwoord op de vraag of er wel een benoemingsbesluit is genomen, kan voor de werknemer(/bestuurder) en de vennootschap van groot belang zijn. Het vormvrije karakter van het benoemingsbesluit leidt ertoe dat hieromtrent vaak discussies bestaan. In deze bijdrage bespreken we welke feiten en omstandigheden in dat geval een rol spelen en staan we stil bij de mogelijke impact die enkele recent ingevoerde wetswijzigingen (kunnen) hebben op het benoemingsbesluit.

1. Inleiding

De (advocaat van de) bestuurder1 stelt zich bij dreigend ontslag nogal eens op het standpunt dat hij geen bestuurder is,2 hetzij door te stellen dat er nooit een rechtsgeldige benoeming heeft plaatsgevonden hetzij door te stellen dat hij een dergelijke benoeming nooit heeft geaccepteerd.

De reden is duidelijk; de werknemer die ook als bestuurder moet worden gezien kan, ingevolge art. 6 lid 9 BBA,3 geen bescherming ontlenen aan het BBA en voor zijn ontslag is dus geen toestemming van het UWV vereist. Een mooi voorbeeld van de impact die het verschil tussen het zijn van bestuurder en werknemer kan hebben, volgt uit de uitspraken van de Kantonrechter Harderwijk van 20 maart 2013 en Rechtbank Oost-Nederland van diezelfde datum. 4

De werkgever vroeg Rechtbank Oost-Nederland (zp Zutphen) om een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst met haar bestuurder rechtsgeldig en niet kennelijk onredelijk was geëindigd. Veiligheidshalve werd tegelijkertijd Rechtbank Oost-Nederland (team kanton, zp Harderwijk) gevraagd om de arbeidsovereenkomst te ontbinden voor zover in rechte onherroepelijk mocht komen vast te staan dat de bestuurder, …