Naar de inhoud

Art. - Met incidenteel hoger beroep in de tegenaanval

Per 1 juli 2013 kent de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) het incidenteel hoger beroep, geregeld in de artikelen 8:110 tot en met 8:112.1 Het incidenteel hoger beroep is het instellen van hoger beroep na afloop van de hogerberoepstermijn, wanneer hoger beroep is ingesteld door een wederpartij. Incidenteel hoger beroep (ook wel incidenteel appel genoemd)2 is naar mijn mening geen eenvoudig rechtsmiddel. De contouren ervan zijn niet altijd even scherp, ook omdat er in de praktijk nog maar weinig ervaring mee is opgedaan en de jurisprudentie nog op gang moet komen. Het is niettemin een belangrijke toevoeging aan het ‘arsenaal’ van rechtsmiddelen; ook de wetgever spreekt in krijgskundige termen over het incidenteel hoger beroep en noemt het een ‘tegenaanvalswapen’.3 Hoe ziet dit wapen eruit? Wanneer kan het worden gehanteerd? Richt het zich tegen de wederpartij als appellant of juist tegen de uitspraak van de rechtbank? Deze en andere vragen worden hierna beantwoord.4 Het gaat daarbij niet om een uitputtende bespreking maar om een toelichting van enkele voor de praktijk belangrijke elementen. Ik bespreek eerst de kenmerken en het nut van het incidenteel hoger beroep (en zijn voorwaardelijke variant). Daarna volgt een behandeling van de procesrechtelijke regels die gelden voor het incidenteel hoger beroep. Ten slotte bespreek ik enkele recente omgevingsrechtelijke jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling).5

Wat is incidenteel hoger beroep? In welk geval kan dit nuttig zijn?

Indien hoger beroep is ingesteld, geeft de Awb in artikel 8:110, eerste lid6 aan degene…