Art. - Wanneer zijn (organen van) privaatrechtelijke rechtspersonen bestuursorgaan?
Onlangs heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de staatsraad advocaat-generaal Widdershoven gevraagd om een conclusie ter verduidelijking van de publieketaakjurisprudentie. In de publieketaakjurisprudentie zijn factoren ontwikkeld aan de hand waarvan de rechter een (orgaan van een) privaatrechtelijke rechtspersoon, waaraan bij of krachtens de wet geen enkel openbaar gezag is toegekend, toch tot bestuursorgaan, in de hoedanigheid van b-orgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht kan bestempelen. Met deze conclusie wordt de rechtspraktijk nieuw houvast geboden op een terrein dat de gemoederen al enige decennia bezig houdt. En aangezien hier een van de kernbegrippen van het bestuursrecht, het bestuursorgaan, nader wordt geduid, is er alle reden om hier uitgebreid bij stil te staan. In dit artikel wordt ter inleiding de contouren van het begrip bestuursorgaan geschetst, alsmede de publieketaakjurisprudentie tot dusver kort geduid. Hierna zal uitgebreid op voornoemde conclusie worden ingegaan. Evenzeer komt natuurlijk aan bod welke lijn de Afdeling met deze conclusie sindsdien heeft uitgezet.1
Bestuursorganen
Bestuursorganen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, a- organen en b-organen
Om te beginnen is de vraag van belang welke organen, entiteiten in het algemeen voor bestuursorgaan kunnen doorgaan. Hoe belangrijk die vraag is voor het systeem van het bestuursrecht blijkt ook wel uit het feit dat het eerste artikel van de Awb daarover gaat. Op grond van artikel 1:1 lid 1 Awb wordt onder een bestuursorgaan verstaan:
-
een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of
-
een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed.
De in de praktijk gebezigde aanduiding…