Begrafeniskosten aftrekbaar tot aan erfdeel erfgenaam
Samenvatting
Erflater heeft in zijn testament zijn vrouw en twee kinderen gelijkelijk tot erfgenamen benoemd. Alle tot de nalatenschap behorende goederen zijn aan de vrouw toebedeeld, onder de verplichting de schulden van de nalatenschap tot haar rekening te nemen. Tevens heeft de vrouw het vruchtgebruik gekregen van het deel van de nalatenschap dat door de twee kinderen is verkregen. Door de overbedeling is de vrouw het erfdeel van de kinderen aan de kinderen verschuldigd, berekend in het saldo van de nalatenschap verminderd met onder meer de uitvaartkosten.
In geschil is of de vrouw een groter deel van de begrafeniskosten kan aftrekken dan haar aandeel in de nalatenschap. De rechtbank oordeelt van niet. Dat de voldoening van de schulden van de nalatenschap voor rekening van de echtgenote komt, betekent niet dat deze kosten ook door de vrouw worden gedragen. De begrafeniskosten worden immers meegenomen in de berekening van ieders erfdeel. Dat aan haar het vruchtgebruik van het niet-verkregen deel van de nalatenschap is gelegateerd maakt het ook niet dat de begrafeniskosten ten laste van haar zijn gekomen.
(Beroep ongegrond.)
Commentaar
Uitgangspunt bij de aftrekbaarheid van uitgaven wegens overlijden is dat slechts het volgens het civiele recht ten laste van de belastingplichtige (in de hoedanigheid van erfgenaam) komende bedrag als buitengewone uitgave in aanmerking wordt genomen. De verdeling van de nalatenschap is in art. 4:13 BW voorgeschreven tenzij daarvan bij uiterste wilsbeschikking wordt afgeweken. De langstlevende echtgenote verkrijgt volgens deze wettelijke regeling niet alleen de goederen uit de nalatenschap, maar ook de voldoening van de schulden van de nalatenschap komt voor haar rekening. De beide kinderen verkrijgen als erfgenaam van rechtswege een…