Naar de inhoud

Belastingteruggaaf; storting op rekening ex-partner

Samenvatting

Verzoekster diende eind november 2000 bij de Belastingdienst een verzoek om een voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting 2001 in. Op de aanvraag vermeldde zij een rekeningnummer waarop zij de voorlopige teruggaaf wilde ontvangen. Vanaf januari 2001 stortte de Belastingdienst de termijnen van de voorlopige teruggaaf op de opgegeven rekening. Op 21 maart 2001 diende verzoekster haar aangifte inkomstenbelasting 2000 in bij de Belastingdienst. Op het uitgereikte aangiftebiljet stond het bij de Belastingdienst bekende nummer voor teruggaven afgedrukt. Dit was een ander nummer dan verzoekster had opgegeven voor de voorlopige teruggaaf 2001. Van de op het aangiftebiljet geboden mogelijkheid om een ander nummer op te geven, maakte verzoekster geen gebruik. De Belastingdienst stortte de (voorlopige) teruggaaf inkomstenbelasting 2000 op het nummer dat op het aangiftebiljet was afgedrukt. De rekening met dit nummer was op dat moment niet meer bij verzoekster in gebruik maar bij haar ex-partner. Toen verzoekster verzocht het bedrag alsnog over te maken op het door haar bij het verzoek Voorlopige Teruggaaf 2001 opgegeven rekeningnummer liet de Belastingdienst haar weten het bedrag zonder succes te hebben teruggevorderd van de ex-partner en de zaak daarmee als afgedaan te beschouwen.

Verzoekster klaagde bij de Nationale ombudsman over dit standpunt van de Belastingdienst. Zij stelde dat zij er op had mogen vertrouwen dat de Belastingdienst de teruggaaf inkomstenbelasting 2000 zou storten op hetzelfde rekeningnummer als zij had opgegeven voor de voorlopige teruggaaf 2001 en dat de Belastingdienst dit rekeningnummer daarvoor inmiddels ook daadwerkelijk gebruikte. In zijn reactie op de klacht wees de staatsecretaris van Financiën op de toelichting bij het verzoek Voorlopige Teruggaaf 2001, waarin expliciet wordt aangegeven dat het opgeven van een (afwijkend) rekeningnummer er…