Naar de inhoud

Bestuurdersaansprakelijkheid in het IPR: tussen het IPR-vennootschapsrecht en het IPR-onrechtmatige daadsrecht

Samenvatting

Een bestuurder van een vennootschap kan aansprakelijk worden gesteld zowel op basis van het op de vennootschap toepasselijke recht als op basis van een zelfstandige vordering. Deze zelfstandige vordering kan hetzij op een onrechtmatige daad hetzij op een contract worden gebaseerd. Bij de beantwoording van de vraag welk recht een dergelijke vordering beheerst, dienen afhankelijk van de grondslag van de vordering verschillende conflictregels te worden toegepast.

Tekst

1. Inleiding

Op 12 oktober 2011 heeft de rechtbank te Den Bosch een vonnis gewezen waarin de aansprakelijkheid van de bestuurder van een Nederlandse vennootschap aan de orde is (Rb. ’s-Hertogenbosch 21 oktober 2011, «JOR» 2011/362 m.nt. R.G.J. De Haan). Dit vonnis geeft aanleiding tot een korte beschouwing over het bepalen van het toepasselijke recht op een vordering uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid. In casu vordert een in Duitsland gevestigde notaris, de eiser, vergoeding van de door hem geleden schade ontstaan door het onrechtmatig handelen van, onder andere, de bestuurder van een Nederlandse vennootschap, de gedaagde. Volgens de weergave van de feiten en de stellingen van partijen in de uitspraak van de rechtbank heeft de eiser een notariële akte gepasseerd betreffende de koop van een hotel door een Nederlandse vennootschap waarvan de gedaagde middellijk bestuurder is geweest. Doordat de vennootschap de financiering niet rond heeft kunnen krijgen, heeft de uiteindelijke koop geen doorgang kunnen vinden. De vennootschap heeft vervolgens de factuur voor de door de eiser verrichte werkzaamheden onbetaald gelaten. De eiser stelt de gedaagde aansprakelijk omdat deze als middellijk bestuurder van de vennootschap onrechtmatig jegens de eiser heeft gehandeld door het geven van…