Naar de inhoud

Boekwinst voorkomt niet fiscale bijtelling auto

In FBN 1993, nr 143 is een hofuitspraak vermeld die uitzicht biedt op een auto van de zaak zonder fiscale bijtelling. In het bericht over de uitspraak van het Hof werd al gesproken over een zekere naïviteit. De Hoge Raad heeft inderdaad andere gedachten.

Aan het autokostenforfait (artikel 42 lid 2 Wet IB) ligt ten grondslag de toerekening aan het privé-gebruik van een gedeelte van de ten laste van de winst gebrachte autokosten. In het algemeen kunnen deze kosten niet hoger worden gesteld dan de werkelijk gemaakte kosten in dat jaar. Wat wordt nu precies tot deze kosten gerekend?

Volgens het Hof behoorde de boekwinst ook tot de te salderen jaarkosten van de auto. Bij een boekwinst die hoger is dan de gemaakte kosten in een bepaald jaar, is er dan geen reden voor een bijtelling voor het privé-gebruik. De werkelijke kosten zijn tenslotte nihil dan wel positief.

De Hoge Raad brengt de boekwinst niet in mindering op de kosten. Een dergelijke incidentele bate is geen aanwijzing dat de kosten voor het privé-gebruik dienovereenkomstig beperkt zijn gebleven. Om dezelfde redenen wordt een boekverlies ook niet tot de kosten gerekend.

Eventueel inruilen van de auto tegen het einde van het jaar om een boekwinst te behalen die de autokosten compenseert, heeft misschien wel andere dan fiscale voordelen, maar voorkomt niet de bijtelling voor het privé-gebruik.

HR; 17 maart 1993; V-N 1993, blz. 1187

J.P.M. Stubbé