Brede Herwaardering III
Samenvatting
Enkele aspecten van het per 1 januari 1995 in werking getreden wetsontwerp Brede herwaardering III.
Tekst
In FBN 1993, nr 34 berichtte Smits over het wetsvoorstel tot aanpassing van de belastingheffing ter zake van kapitaalverzekeringen en periodieke uitkeringen, beter bekend onder de naam Brede herwaardering III. Na enkele nota’s van wijziging is het voorstel inmiddels wet geworden en in werking getreden op 30 december 1994. Enkele technische wijzigingen werken evenwel terug tot 1 januari 1992 (datum inwerkingtreding Brede herwaardering I).
Een aanvulling op het bij Brede herwaardering I ingevoerde tranchesysteem werkt eveneens terug tot genoemde datum. De belastingplichtige die een niet te verwaarlozen tekort heeft aan opgebouwde oudedags- of nabestaandenvoorzieningen ten behoeve van de echtgenoot had al recht op een extra lijfrentepremie-aftrek. Deze extra aftrekruimte is er nu ook voor de belastingplichtige die duurzaam een gezamenlijke huishouding voert met een ander.
Uitkering in termijnen op kapitaalverzekeringen
In de (eerste) nota van wijziging is een overgangsmaatregel getroffen voor op 30 december 1994 bestaande overeenkomsten die voorzien in een uitkering bij arbeidsongeschiktheid die gepaard gaat met een gedeeltelijke afkoop van de levensverzekering. In deze situatie wordt de (totale) uitkering bij arbeidsongeschiktheid mede gefinancierd door middel van een vermindering van de reeds opgebouwde rechten uit de levensverzekering. De uitkering bestaat dan uit een combinatie van een kapitaaluitkering bij arbeidsongeschiktheid en een afkoopsom van een kapitaalverzekering. De afkoopsom wordt aangemerkt als een kapitaaluitkering uit levensverzekering.
Geregeld is nu dat de afkoop geacht wordt niet te hebben plaatsgevonden indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Aldus wordt bereikt dat de afkoop niet leidt tot verlies van de vrijstellingen voor eventuele latere uitkeringen uit de verzekering.
…