Naar de inhoud

Certificering van Aandelen - 06 Certificaten, beperkte rechten en beslag

6.1 Beperkte rechten op certificaten

Certificaten van aandelen in een BV zijn juridisch te kwalificeren als vorderingen op naam. Hierop kan een pandrecht gevestigd worden, tenzij verpanding tussen administratiekantoor en certificaathouder contractueel is uitgesloten (e.g. in de administratievoorwaarden) of de certificaten krachtens een beding in de administratievoorwaarden onoverdraagbaar zijn gemaakt.1 Overigens is het vestigen van een pandrecht op onoverdraagbare aandelen wel mogelijk. De wet bepaalt immers dat de rechter, bij executie van het pandrecht op de aandelen, de uitsluiting van overdraagbaarheid tijdelijk kan opheffen.2 In dit verband moet worden aangenomen dat verpanding van certificaten die contractueel onoverdraagbaar zijn gemaakt, niet mogelijk is, aangezien de wet er slechts in voorziet dat de rechter bepalingen omtrent overdraagbaarheid in de statuten buiten toepassing kan verklaren.3 Een pandrecht op certificaten aan toonder kan gevestigd worden door het certificaatbewijs in de macht van de pandhouder te brengen. Men spreekt dan van een openbaar pandrecht (of vuistpandrecht). Ook kan een pandrecht op een certificaat aan toonder gevestigd worden bij authentieke of geregistreerde onderhandse akte, zonder dat het certificaatbewijs in de macht van de certificaathouder gebracht hoeft te worden. In dat geval spreekt men van een stil (of bezitloos) pandrecht.4 Een openbaar pandrecht op een certificaat op naam wordt gevestigd op overeenkomstige wijze als voor levering van de te verpanden vordering is bepaald, dus door het opmaken van een daartoe bestemde akte en mededeling daarvan aan de debiteur.5 Een stil pandrecht op een certificaat op naam kan gevestigd worden door een authentieke (notariële) of geregistreerde onderhandse akte, zonder mededeling aan de debiteur, zijnde het administratiekantoor.6

6.2 Beperkte rechten op de onderliggende aandelen

6.2.1 Beperkte rechten op de aandelen ten behoeve van de certificaathouders

Door de invoering van het wettelijk pandrecht op gecertificeerde aandelen ten behoeve van de gezamenlijke certificaathouders in artikel 2:359 BW is het vestigen van een recht van pand op de gecertificeerde aandelen ten behoeve van de certificaathouder niet meer nodig ter versterking van diens positie. Het wettelijk pandrecht biedt voldoende zekerheid voor certificaathouders ter bescherming van hun financiële belangen ten opzichte van het administratiekantoor. Daarnaast leidt de wettelijke regeling ertoe dat de vennootschapsrechtelijke positie van de certificaathouder en de houder van een vrij gevestigd pandrecht in beginsel even sterk zijn. De wet bepaalt dat de pandhouder op aandelen aan wie het stemrecht niet toekomt, de rechten heeft van een houder van met medewerking van de NV uitgegeven certificaten tenzij deze hem bij de vestiging of overgang van het pandrecht of bij de statuten worden onthouden. 7 Bij de BV geldt dat de pandhouder op aandelen aan wie het stemrecht niet is overgedragen, de rechten heeft van de houder van certificaten waaraan de statuten vergaderrecht…