Het bestuursorgaan weegt de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen af, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit.
Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 3:4 (Belangenafweging). (artikeltekst geldig vanaf 1994-01-01)
Artikel 3:4 Belangenafweging door bestuursorgaan Tekst van de hele regeling
De voor een of meer belanghebbenden nadelige gevolgen van een besluit mogen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het besluit te dienen doelen.
Kern van het wetsartikel
Het artikel bevat de plicht tot belangenafweging en het evenredigheidsbeginsel.
Beschrijving van de wijzigingen
Art. 3:4 is sinds de inwerkingtreding in 1994 niet meer gewijzigd.
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
Commentaar
1. Algemeen
Art. 3:4, lid 1 schrijft voor dat het bestuursorgaan de rechtsreeks bij het besluit betrokken belangen afweegt, voor zover niet uit een wettelijk voorschrift of uit de aard van de uit te oefenen bevoegdheid een beperking voortvloeit. Hiermee is de plicht tot belangenafweging gecodificeerd.
In lid 2 is het materiële zorgvuldigheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel gecodificeerd.
2. Belangenafweging bij discretionaire bevoegdheid
Uitgangspunt is dat er een plicht tot belangenafweging geldt. Dat geldt zeker in de gevallen waarin sprake is van het uitoefenen van een discretionaire bevoegdheid. In CRvB 26 februari 2008, nr. 06/7325 WWB, USZ 2008/151, ECLI:NL:CRVB:2008:BC8619 wordt het volgende overwogen:
‘…