Naar de inhoud

Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 5:10a (Nemo tenetur). (artikeltekst geldig vanaf 2009-07-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 2 januari 2018 door mr. J.E. Jansen

Artikel 5:10a Nemo tenetur bij bestuurlijke sanctie Tekst van de hele regeling

1.

Degene die wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie, is niet verplicht ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de overtreding af te leggen.

2.

Voor het verhoor wordt aan de betrokkene medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden.

Kern van het wetsartikel

Bij een bestraffende sanctie zijn het zwijgrecht en de cautieplicht van toepassing.

Beschrijving van de wijzigingen

Inwerkingtreding 1 juli 2009

Art. 5:10a werd op 25 juni 2009 aan de Awb toegevoegd (Stb. 2009, 264). Art. 5:10a trad op 1 juli 2009 in werking (Stb. 2009, 266) en is sindsdien niet meer gewijzigd.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Zwijgrecht

In deze bepaling is het zwijgrecht of het recht zichzelf niet te beschuldigen neergelegd. Deze waarborg (het nemo-teneturbeginsel) vloeit voort uit art. 6, lid 1, EVRM. Dit zwijgrecht geldt niet alleen in het strafrecht, maar ook bij door bestuursorganen op te leggen bestraffende sancties.

Het zwijgrecht houdt niet in dat iemand op geen enkele wijze kan worden gedwongen aan zijn eigen veroordeling mee te werken (zie bijvoorbeeld CRvB 30 augustus 2016, nr. 14/5740, USZ 2016/355, RSV 2016/173 en JB 2016/211, ECLI:NL:CRVB:2016:3288). Zo kan een burger ook in…