Naar de inhoud

Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 5:16 (Vordering inlichtingen). (artikeltekst geldig vanaf 1998-01-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 28 mei 2015 door mr. C.F.M. Jungerman

Artikel 5:16 Vordering inlichtingen door bestuursrechtelijke toezichthouder Tekst van de hele regeling

Een toezichthouder is bevoegd inlichtingen te vorderen.

Kern van het wetsartikel

In dit artikel wordt de bevoegdheid geregeld van toezichthouders om inlichtingen te vorderen. Omdat deze bevoegdheid in beginsel onbeperkt is, geldt deze slechts indien dat redelijkerwijs voor het houden van toezicht noodzakelijk is.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Inlichtingen vorderen

In dit artikel wordt de bevoegdheid geregeld van toezichthouders om inlichtingen te vorderen. Omdat deze bevoegdheid in beginsel onbeperkt is, geldt deze slechts indien dat redelijkerwijs voor het houden van toezicht noodzakelijk is. Met andere woorden, ook hier geldt het evenredigheidsbeginsel neergelegd in art. 5:13 Awb, wat betekent dat niet onder alle omstandigheden van een ieder inlichtingen kunnen worden gevorderd. Voorts zal een toezichthouder moeten uitleggen waarom en op grond waarvan hij inlichtingen vordert.

2. Geheimhouding of zwijgrecht

Men kan weigeren antwoord te geven, voor zover men is onderworpen aan een geheimhoudingsplicht, zie art. 5:20, lid 2, Awb. Degene die wordt verhoord met het oog op het aan hem opleggen van een bestraffende sanctie, is niet verplicht ten behoeve daarvan verklaringen omtrent de geconstateerde overtreding af te leggen. Bovendien moet aan hem voor het verhoor worden meegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden, zie art. 5:10a Awb.

3. Besluiten/feitelijk handelen

Algemeen wordt aangenomen…