Naar de inhoud

Commentaar op Algemene wet bestuursrecht Artikel 6:13 (Uitsluiting beroepsmogelijkheid). (artikeltekst geldig vanaf 2013-01-01)

Commentaar is bijgewerkt tot 2 januari 2018 door mr. J.E. Jansen

Artikel 6:13 Uitsluiting beroepsmogelijkheid Tekst van de hele regeling

Geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 naar voren heeft gebracht, geen bezwaar heeft gemaakt of geen administratief beroep heeft ingesteld.

Kern van het wetsartikel

In beginsel kan alleen degene die bezwaar heeft gemaakt beroep instellen bij de rechter.

Beschrijving van de wijzigingen

Wijziging per 1 januari 2013

Per 1 januari 2013 is ‘administratieve rechter’ vervangen door: bestuursrechter (Stb. 2012, 682). Deel C, artikel I, van Stb. 2012, 682 bevat overgangsrecht met betrekking tot deze wijziging.

Per 1 juli 2005 (Stb. 2005, 282) heeft art. 6:13 zijn huidige tekst gekregen. Daarvoor luidde deze bepaling als volgt: Geen beroep kan worden ingesteld tegen een op bezwaar of in administratief beroep genomen besluit door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten geen bezwaar te hebben gemaakt of administratief beroep te hebben ingesteld tegen het oorspronkelijke besluit.

Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.

Commentaar

1. Algemeen

De hoofdregel is dat eerst bezwaar moet worden gemaakt tegen een besluit, voordat beroep kan worden ingesteld. Voor zuiver tweepartijengedingen is dit artikel van minder belang. De belanghebbende dient immers eerst bezwaar te maken alvorens beroep kan worden ingesteld (art. 7:1). Bij besluiten waarbij meerdere belanghebbenden zijn aan te wijzen…