De vorderingen van de werknemer en derden op de werkgever, bedoeld in artikel 64, eerste lid, gaan over op het UWV, voorzover deze vorderingen door het UWV worden voldaan.
Commentaar op Werkloosheidswet Artikel 66 (Betalingsonmacht; subrogatie). (artikeltekst geldig vanaf 2008-03-01)
Commentaar is bijgewerkt tot 25 februari 2017 door mr. B. de Pijper
Artikel 66 Cessie Tekst van de hele regeling
1.
2.
Het UWV verhaalt de door werkgevers verschuldigde premies op grond van Wet financiering sociale verzekeringen over de uitkering, bedoeld in dit hoofdstuk, op de werkgever.
3.
De vorderingen van het UWV, bedoeld in het tweede lid, zijn bevoorrecht op alle goederen van de werkgever en gaan boven alle andere voorrechten met uitzondering van die van de artikelen 287 en 288 onder a, alsmede die van artikel 284 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Kern van het wetsartikel
Art. 66 regelt het verhaalsrecht van het UWV.
Lid 1 regelt de overgang van de vorderingen van de werknemer en derden op de betalingsonmachtige werkgever die op grond van de overnemingsregeling door het UWV zijn overgenomen, aan het UWV.
Lid 2 geeft aan dat het UWV de door de werkgevers verschuldigde premies op grond van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) over uitkeringen op grond van hoofdstuk IV verhaalt op de werkgever. Het derde lid geeft ten slotte aan dat de in het tweede lid genoemde vorderingen bevoorrechte vorderingen zijn.
Beschrijving van de wijzigingen
Wijziging per 1 maart 2008
Op grond van art. I, onderdeel Da, Wet tot wijziging van hoofdstuk IV WW van de Werkloosheidswet teneinde enkele vereenvoudigingen te realiseren en een uitkering bij overlijden toe te voegen, Wet van 6 december 2007, Stb. 2007…