Elk beding tusschen een werkgever en een werknemer, strijdig met eene collectieve arbeidsovereenkomst door welke zij beiden gebonden zijn, is nietig; in plaats van zoodanig beding gelden de bepalingen der collectieve arbeidsovereenkomst.
Commentaar op Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst art. 12 (Arbeidsrechtartikelsgewijs)
Commentaar is bijgewerkt tot 19-09-2017 door prof. mr. S.S.M. Peters
Artikel 12 Tekst van de hele regeling
De nietigheid kan steeds worden ingeroepen door elk der partijen bij de collectieve arbeidsovereenkomst.
A: Inleiding
De kern van de regeling van de cao wordt gevormd door de artikelen 9, 12 en 13 Wet CAO. Voor werkgevers en werknemers die ex art. 9 aan de cao gebonden zijn, heeft de cao normatieve werking ex art. 12 en 13: de arbeidsvoorwaardenbepalingen uit de cao werken automatisch en dwingend door in hun arbeidsovereenkomst. In de arbeidsverhouding van de gebonden werkgever en werknemer hebben deze cao-bepalingen zowel vervangende werking (art. 12) als aanvullende werking (art. 13). Een gevolg van deze doorwerking is, dat deze werknemers rechtstreeks op basis van hun arbeidsovereenkomst een rechtsvordering tegen hun werkgever kunnen instellen, indien laatstgenoemde de arbeidsvoorwaardenbepalingen uit de cao niet naleeft. Een ander gevolg is dat deze cao-bepalingen na afloop van de cao ‘nawerken’, zolang zij niet gewijzigd worden.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de wetstechnische informatie van de regeling.
C: Kernproblematiek
C.1: Normatieve werking
De normatieve werking van cao’s is gestoeld op art. 12 en 13 Wet CAO in combinatie met art. 9 Wet CAO. Art. 12 regelt de verhouding tussen het individuele…