Na afloop van de wachttijd wordt het tijdvak, gedurende welke de verzekerde jegens zijn werkgever recht heeft op loon of bezoldiging, op gezamenlijk verzoek van de verzekerde en die werkgever door het UWV verlengd, tenzij:
artikel 29 of 29a, eerste of vierde lid, of artikel 76c, onderdeel a, van de Ziektewet van toepassing is, of
zwaarwegende omstandigheden zich daartegen verzetten.