Naar de inhoud

Commentaar op Wetboek van Strafvordering art. 177 (Strafvordering) en (Vooronderzoek)


Commentaar is bijgewerkt tot 18-05-2017 door mr. T.B. Trotman

Artikel 177 Tekst van de hele regeling

1.

De rechter-commissaris kan, zoveel mogelijk door tussenkomst van de officier van justitie, in het belang van het onderzoek, het doen van nasporingen opdragen en bevelen geven aan de ambtenaren genoemd in artikel 141 onder b,c en d en aan de personen genoemd in artikel 142, eerste lid.

2.

De rechter-commissaris heeft gelijke bevoegdheid als in artikel 147 aan het openbaar ministerie is toegekend. Artikel 147, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

A: Inleiding

De rechter-commissaris kan op basis van het eerste lid van artikel 177 Sv bevelen geven en het doen van nasporingen opdragen aan (buitengewone) opsporingsambtenaren en de Marechaussee, met uitzondering van de officier van justitie. Dit wordt ook wel ‘opgedragen opsporing’ genoemd.1 In het tweede lid van artikel 177 Sv is geregeld dat de rechter-commissaris, evenals de officier van justitie op basis van artikel 147 Sv, de bevoegdheid heeft de reclassering opdracht te geven om een voorlichtingsrapportage uit te brengen over de verdachte.

Per 1 januari 2013 is de Wet versterking positie rechter-commissaris 2 in werking getreden en zijn het gerechtelijk vooronderzoek en de mini-instructie afgeschaft. Uitgangspunt is dat de rechter-commissaris beter in staat wordt gesteld zijn bestaande taken en bevoegdheden uit te voeren. De leiding van de officier van justitie over het vooronderzoek wordt bevestigd. De rechter-commissaris heeft op zijn beurt nadrukkelijker de taak toe te zien op de voortgang, de evenwichtigheid en volledigheid van dat onderzoek…