De rechter-commissaris, bevoegd tot het doen van enig onderzoek, kan een bepaalde onderzoekshandeling ook binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank verrichten of doen verrichten. Hij brengt in dat geval zijn ambtgenoot hiervan tijdig op de hoogte.
Commentaar op Wetboek van Strafvordering en 179
Commentaar is bijgewerkt tot 20-01-2017 door mw. mr. T. Trotman
Artikel 178a Tekst van de hele regeling
Bij dringende noodzakelijkheid kan de rechter-commissaris een bepaalde onderzoekshandeling overdragen aan de rechter-commissaris bij de rechtbank binnen welker rechtsgebied zij moet plaatshebben.
De rechter-commissaris in de rechtbank Rotterdam is bij uitsluiting bevoegd tot het geven van bevelen en het verrichten of doen verrichten van onderzoekshandelingen als omschreven in de artikelen 226m tot en met 226s, ook binnen het rechtsgebied van een andere rechtbank.
Ten aanzien van een onderzoekshandeling bedoeld in het tweede en derde lid vinden de bepalingen van de tweede tot en met de vijfde en de achtste afdeling van de Derde Titel van dit Boek overeenkomstige toepassing.
Artikel 179 Tekst van de hele regeling
Indien gedurende of na de door hem verrichte onderzoekshandelingen de rechter- commissaris onbevoegd blijkt te zijn, blijft niettemin het gevoerde onderzoek van kracht.
A: Inleiding
Wat betreft wetsgeschiedenis en jurisprudentie tot heden bijgewerkt.
B: Wetstechnische informatie
Voor de wetstechnische informatie verwijzen wij u naar de historische informatie bij Artikel 178a, Artikel 179.
C: Kernproblematiek
C.1: Relatieve bevoegdheid rechter-commissaris
Artikel 178a Sv ziet op de (uitbreiding van de) relatieve competentie van de rechter-commissaris. Zijn bevoegdheid wordt afgeleid van de relatieve bevoegdheid van de rechtbank die van het strafbare feit moet kennisnemen.1 De rechter-commissaris kan zijn bevoegdheden ook (doen) uitoefenen2 buiten het rechtsgebied van de eigen rechtbank. Hij dient zijn ambtgenoot hiervan tijdig op de hoogte te brengen. Artikel 179 Sv biedt een regeling voor de geldigheid van de onderzoekshandelingen verricht door een onbevoegde rechter-commissaris.
Uit de parlementaire geschiedenis (en dus nog in de tijd van het gerechtelijke vooronderzoek (gvo), maar niet valt in te zien waarom dit niet nog steeds opgeld zou doen) vloeit voort dat de rechter-commissaris in onderzoeken waarover hij de leiding heeft, zelf alle onderzoekshandelingen dient te verrichten. Maar bij personele, temporele of logistieke nood kan de rechter-commissaris op grond van artikel 178a lid 2 Sv een bepaalde onderzoekshandeling overdragen aan een rechter-commissaris bij een andere rechtbank.3 Machielse stelt in zijn conclusie vóór HR 12 december 2000, NJ 2001, 240 dat het ‘glashelder’ is dat die regeling alleen betrekking heeft op onderzoekshandelingen binnen Nederland.
Op basis van de artikelen 203 Sv en 211 Sv kan de rechter-commissaris die onderzoekshandelingen ook overdragen aan de bevoegde rechter in Aruba, Curaçao of Sint Maarten dan wel in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Na een amendement van Wolfsen is met ingang van 1 november 2006 aan artikel 178a Sv het nieuwe derde lid toegevoegd, met daarin de verplichte concentratie van het verhoor van afgeschermde getuigen (zoals bedoeld in de artikelen 226m-226s Sv, grofweg: AIVD-ambtenaren bij de Rotterdamse rechter-commissaris). Dit zou de deskundigheid van de verhorende rechter-commissaris en de uniformiteit van de wetstoepassing bevorderen, waardoor de belangen van de verdachte en de staatsveiligheid optimaal worden afgewogen.4 In antwoord op vragen in de Senaat over de onwenselijke situatie waarin één AIVD-medewerker in dezelfde zaak door twee rechters-commissarissen zou worden gehoord als anonieme, afgeschermde getuige heeft de minister aangegeven dat indien nodig binnen het kabinet van de rechter-commissaris gegevens over de identiteit van een eerder gehoorde afgeschermde getuige kunnen worden uitgewisseld.5
C.2: Gevolgen onbevoegdheid rechter-commissaris
Als gedurende of na de door de rechter-commissaris verrichte onderzoekshandelingen blijkt dat hij onbevoegd is opgetreden, dan blijft het gevoerde onderzoek niettemin van kracht op basis van artikel 179 Sv. Onbevoegdheid van de rechter-commissaris leidt dus niet tot nietigheid van het door hem gedane onderzoek. In het algemeen wordt artikel 179 Sv geacht alleen betrekking te hebben op onbevoegdheid van de rechter-commissaris wegens het ontbreken van relatieve competentie (volgens artikel 246 lid 2 Sv).6 Van der Meij schrijft dat het onduidelijk is door welke omstandigheid de onbevoegdheid van de rechter-commissaris zou kunnen ontstaan. Hij noemt als enig mogelijk voorbeeld de situatie dat de rechter-commissaris aan het einde is gekomen van zijn benoemingsperiode. Overdracht van de lopende zaken aan een collega ligt dan echter voor de hand7.
Een andere denkbare situatie doet zich mijns inziens voor als de rechter-commissaris onderzoekshandelingen entameert nadat de officier van justitie de verdachte heeft gedagvaard (zie artikel 238 lid 2 Sv en het recente arrest van 3 maart 2015 ECLI:NL:HR:2015:505). Overigens lijken Blok/Besier 1925, p. 494 ook uit te gaan van toepasselijkheid van artikel 179 Sv bij gebrek aan absolute competentie.
In de literatuur is men ook verdeeld over het antwoord op de vraag of de processen-verbaal van een onbevoegde rechter-commissaris slechts mogen worden gehanteerd als andere geschriften (artikel 344 lid 1 sub 5 Sv), en derhalve slechts in verband met andere bewijsmiddelen mogen worden gebruikt of dat zij juist op grond van artikel 179 Sv hun normale bewijskracht op de voet van artikel 344 lid 1 sub 2 behouden. De voorstanders van de eerste interpretatie wijzen daarvoor naar de uitspraak van de Hoge Raad van 12 november 1985, waarin zulks is bepaald ten aanzien van door de rechter-commissaris, na beëindiging van het gerechtelijk vooronderzoek en niet in het kader van artikel 316 Sv of 347 Sv, opgemaakte processen-verbaal.8 Dat arrest heeft dus niets van doen met het ontbreken van de relatieve competentie van de rechter-commissaris. Naar mijn mening is de tweede interpretatie juist en schuilt de betekenis van artikel 179 Sv nu vooral in de omstandigheid dat door deze bepaling wordt geregeld, dat het bewijsmateriaal verzameld door een relatief onbevoegde rechter-commissaris dezelfde bewijskracht heeft als ware het door een wel bevoegde rechter-commissaris verricht.9
D: Jurisprudentie uitgebreid
Bij dit artikel is nog geen belangrijke jurisprudentie aanwezig.
E: Jurisprudentie nieuw
Meest recente jurisprudentie over Wetboek van Strafvordering artikel 178a; artikel 179.
F: Literatuurverwijzing
- Blok, A.J. en L.Ch. Besier, Het Nederlandsch Strafproces, deel I, Haarlem: H.D. Tjeenk Willink & Zoon 1925, p. 494.
- Commissie Herijking Wetboek van Strafvordering (commissie-Moons), Herziening van het gerechtelijk vooronderzoek, Arnhem: Gouda Quint 1990, p. 171-174.
- Corstens, G.J.M. en M.J. Borgers, Het Nederlands strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2014, p. 164 en 378.
- Hielkema, J., ‘De rechter-commissaris in strafzaken: leidender of lijdelijker’, in: Harteveld, A.E., D.H. de Jong en E. Stamhuis (red.), Systeem in Ontwikkeling, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2005, p. 259-272.
- Knigge, G. ‘Tot oordelen bevoegd’, in: Pet af, Liber Amicorum D.H. de Jong, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2007, p. 245-266.
- Meij, P.P.J. van der, ‘Commentaren op artikelen 178a en 179 Sv’, in: Cleiren, C.P.M., J.H. Crijns en M.J.M. Verpalen (red.), Tekst & Commentaar: Strafvordering, Deventer: Kluwer 2015.
- Meij, P.P.J. van der, ‘De rechter-commissaris als onmisbare schakel in het strafrechtelijk vooronderzoek?’, Trema 2010, p. 331-338.
- Meij, P.P.J. van der, ‘Herpositionering van de rechter-commissaris?’ in: Cleiren, C.P.M., M.J. Dubelaar, J.M. ten Voorde, J.L. de Wijkerslooth & M.A.H. van der Woude (red.), Op zoek naar samenhang. Het algemeen kader herziening strafvordering nader beschouwd, Deventer: Kluwer 2006, p. 71-90.
- Meij, P.P.J. van der, ‘Een accusatoir vooronderzoek onder constructie?’, Strafblad 2012, p. 54-61.
- Melai, A.L., M.S. Groenhuijsen e.a., Wetboek van Strafvordering/ISS (losbl.), Aantekeningen op artikel 178a en 179 Sv, Deventer: Kluwer.
- Rapport van de werkgroep Versterking positie rechter-commissaris, Tussen accusatoir en inquisitoir. Naar een regievoerende rechter-commissaris, Den Haag: Raad voor de rechtspraak 2011, bijlage bij Kamerstukken II 2010/11, 32 177 nr. 15.
- Vellinga-Schootstra, F., Versterking van de positie van de rechter-commissaris in strafzaken? Enkele opmerkingen naar aanleiding van het gelijknamige wetsvoorstel, Strafblad 2010, p. 439-456.
- Verrest, P.A.M., Raison d’être. Een onderzoek naar de rol van de rechter-commissaris in ons strafproces (diss. Nijmegen), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2011.