Conversie van na 3-jaarstermijn opgelegde primitieve aanslag in navorderingsaanslag is mogelijk
Samenvatting
Door het overlijden van haar moeder viel belanghebbende per 23 september 2002 onder de tbs-regeling. Voor 2002 en 2003 is aan belanghebbende geen aangiftebiljet uitgereikt. De adviseur van belanghebbende is in 2007 ermee bekend geworden dat belanghebbende onder de reikwijdte van de tbs-regeling viel. Hij heeft in juli 2007 alsnog aangifte gedaan. De inspecteur heeft op 23 oktober 2007 aangekondigd een navorderingsaanslag te zullen gaan opleggen, maar heeft met dagtekening 30 november 2007 een primitieve aanslag IB 2003 aan belanghebbende opgelegd. In geschil is of de – buiten de 3-jaarstermijn opgelegde – primitieve aanslag kan worden geconverteerd in een navorderingsaanslag. Het hof beantwoordt die vraag bevestigend. Het hof stelt voorop dat conversie slechts mogelijk is indien aan de navorderingsvereisten (nieuw feit) is voldaan. Het toetsmoment daarbij is het moment waarop de 3-jaarstermijn verstreek, derhalve op 31 december 2006. Nu de inspecteur eerst in juli 2007 ermee bekend is geworden dat de tbs-regeling op belanghebbende van toepassing is, beschikt hij over een nieuw feit. Conversie is derhalve mogelijk.
(Hoger beroep ongegrond.)
Commentaar
Conversie van een binnen de 3-jaarstermijn opgelegde navorderingsaanslag in een aanslag is mogelijk (zie HR 31 mei 1972, BNB 1972/164). Ook bestaat de mogelijkheid een tweede primitieve aanslag om te zetten in een navorderingsaanslag (zie HR 1 december 1976, BNB 1977/18). In de onderhavige zaak was een soortgelijke situatie aan de orde.
In dezen was niet in geschil dat ten tijde van het opleggen van de primitieve aanslag de 3-jaarstermijn was verstreken maar de 5-jaarstermijn voor navordering nog…