De belanghebbende: koerswijzigingen belicht
Jurisprudentie over toepassing van het belanghebbendenbegrip is voortdurend in beweging. Doel van deze bijdrage is om recente koerswijzigingen in de rechtspraak te belichten en vanuit verschillende perspectieven te beoordelen. Welke ratio schuilt achter de omwenteling? Past de wending binnen het theoretisch raamwerk over de toepassing van art. 1:2 Awb dat op basis van eerdere rechtspraak is ontwikkeld? Sluit de koerswijziging aan bij het systeem van de Awb? Opvallend zichtbaar is het contrast dat de bestuursrechter enerzijds scherper toetst of iemand aangemerkt kan worden als belanghebbende, terwijl anderzijds juist ruimte wordt genomen om het vereiste van belanghebbendheid te passeren. Met name deze laatste trend roept fundamentele vragen op over de toekomst van het bestuursprocesrecht.
1. Inleiding
Met enige regelmaat worden in de jurisprudentie koerswijzigingen gesignaleerd over de belanghebbende, één van de kernbegrippen uit de Algemene wet bestuursrecht. De belanghebbende staat in de spotlights.1 Uit art. 1:2 lid 1 Awb volgt dat alleen degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken aangemerkt kan worden als belanghebbende. Waar grenzen worden getrokken, ontstaan afbakeningsproblemen. Op hoofdlijnen is in de rechtspraak uitgekristalliseerd hoe in een concreet geval beoordeeld moet worden of iemand behoort tot de kring van belanghebbenden. Bekend zijn de OPERA-criteria: van een rechtstreeks bij het besluit betrokken belang is sprake indien iemand beschikt over een objectief bepaalbaar, persoonlijk, eigen, rechtstreeks en actueel belang.2 Ook de beoordeling van de belanghebbendheid van een bestuursorgaan (art. 1:2 lid 2 Awb) of rechtspersoon ten aanzien van toevertrouwde belangen (art. 1:2 lid 3 Awb) is in essentie helder.
Het doel…