De ene kwijtschelding is de andere niet
Het komt geregeld voor dat in gelieerde verhoudingen (zoals tussen vennootschappen onderling of de dga en zijn bv) een lening wordt kwijtgescholden. De fiscale gevolgen van een kwijtschelding zijn echter niet altijd hetzelfde. Om snel te kunnen bepalen wat de gevolgen zijn, hebben wij de verschillende smaken op hoofdlijnen uitgewerkt. Centraal staat de in Nederland wonende dga die een lening heeft verstrekt aan zijn in Nederlands gevestigde vennootschap.
Uitgangssituatie
De uitgangssituatie is een dga die een lening heeft verstrekt aan zijn bv. Voor de bepaling van de fiscale gevolgen maakt het uit of deze lening kwalificeert als een ‘zakelijke lening’, een ‘onzakelijke lening’ dan wel ‘informeel kapitaal’. Hierna werken we deze drie varianten uit.
Zakelijke lening
Bij een zakelijke lening kan men onderscheid maken tussen een zakelijke kwijtschelding en een onzakelijke kwijtschelding. Vervolgens kan men kwijtschelding van een volwaardige lening en een onvolwaardige lening onderscheiden.
Zakelijke kwijtschelding
In geval van een volwaardige lening is van belang of een onafhankelijke schuldeiser de lening ook zou kwijtschelden. Is dat het geval, dan is er sprake van een zakelijke kwijtschelding. De dga kan het verlies in dat geval in principe ten laste van zijn tbs-resultaat brengen. Niet uit te sluiten is echter dat onder omstandigheden ‘goed koopmansgebruik’ zich verzet tegen directe verliesneming. Kwijtschelding om zakelijke redenen gebeurt vaak met als doel om meer winst te behalen (de ondernemer hoopt bijvoorbeeld dat de debiteur hierdoor meer goederen afneemt). Er moet wel rekening mee worden gehouden dat het verlies dan nog niet onmiddellijk genomen mag worden.
Bij de vennootschap is de kwijtscheldingswinst belast. Een beroep op de ‘kwijtscheldingswinstvrijstelling’ …