De hernieuwde driepartijenovereenkomst; informatie-uitwisseling tussen zorginstelling, reclassering en cliënt
Zorg en straf gaan soms hand in hand, bijvoorbeeld als de strafrechter zorg als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling heeft opgelegd. Het uitgangspunt is dat de zorg alleen wordt opgelegd als de cliënt zich bereid heeft verklaard om de bijzondere voorwaarden na te leven. Tussen de cliënt en de zorginstelling komt vervolgens een behandelingsovereenkomst tot stand waarop de WGBO van toepassing is. Toch is er sprake van een stok achter de deur. Indien de cliënt zich namelijk niet aan de voorwaarden houdt, kan het Openbaar Ministerie aanscherping van de voorwaarden aan de rechter verzoeken, verlenging van de proeftijd vorderen of zelfs de rechter vragen om de gevangenisstraf ten uitvoer te leggen.
Bij de tenuitvoerlegging van zorg als bijzondere voorwaarde zijn verschillende partijen betrokken waaronder de rechterlijke macht, het Openbaar Ministerie, de reclassering en de zorginstelling. Het uitwisselen van informatie tussen deze partijen is in sommige situaties noodzakelijk. Uit de praktijk is gebleken dat zich regelmatig onduidelijkheden en misverstanden voordoen in de informatie-uitwisseling tussen de zorginstelling en reclassering waardoor de samenwerking niet altijd optimaal verloopt. De verschillende en complexe wetgeving waar partijen mee te maken hebben, maakt het niet eenvoudiger. Het blijkt voor de betrokken zorgverlener en reclasseringswerker niet altijd duidelijk te zijn welke informatie de andere partij voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft en welke informatie uitgewisseld mag, of zelfs moet worden.
Driepartijenovereenkomst
Om de samenwerking en informatie-uitwisseling te verduidelijken is er in 2012 een model driepartijenovereenkomst ontwikkeld dat onderdeel uitmaakt van het werkboek Ambulant FPT voor tbs met voorwaarden.1 Samen met de drie reclasseringsorganisaties (3RO) heeft GGZ Nederland afgesproken dat de driepartijenovereenkomst in principe kan worden…