De vastgoeddeelneming is niet meer. Wat nu?
Met de Overige fiscale maatregelen 2010 is het regime van de beleggingsdeelneming met ingang van dit jaar aangepast.1 De bekende vastgoeddeelneming is daardoor vervallen en is opgegaan in de algemene regeling voor de beleggingsdeelneming. In deze bijdrage sta ik stil bij de vraag hoe in de nieuwe regeling met vastgoed wordt omgegaan. Ook schets ik de verschillen met de oude regeling. Hierna ga ik eerst kort in op de algemene regels van het nieuwe regime van de beleggingsdeelneming. Daarna ga ik in op de behandeling van vastgoed in de nieuwe bezittingentoets, waarin de oude vastgoeddeelneming is opgegaan. Ik schets daarbij de grootste veranderingen ten opzichte van de oude regeling. Ik besluit met een samenvatting.
1 De beleggingsdeelneming nieuwe stijl
Het nieuwe regime van de beleggingsdeelneming gaat gepaard met nieuwe begrippen en de introductie van een oogmerktoets naast de reeds bekende onderworpenheids- en bezittingentoets. Deze laatste twee toetsen zijn gehandhaafd en aangepast. De wet duidt de beleggingsdeelneming niet langer aan als laagbelaste beleggingdeelneming, maar heeft het kortweg over beleggingsdeelneming. Op zo’n beleggingsdeelneming is de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing, aldus art. 13, lid 9, Wet VPB 1969. Dit is weer anders als sprake is van een kwalificerende beleggingsdeelneming. Dat is een deelneming waarvoor niet is voldaan aan de hierna nog te bespreken oogmerktoets maar wel aan de onderworpenheids- of bezittingentoets is voldaan. In dat geval geldt de deelnemingsvrijstelling wel.
De oogmerktoets betreft in feite een herintroductie van de oogmerktoets zoals die voor 2007 heeft gegolden en bij de Wet werken aan winst3 was afgeschaft.4 De oogmerktoets heeft tot doel vast te stellen of de belastingplichtige de deelneming als…