De Vliegende Schotel op Bornia: bodemverontreiniging en huur
Samenvatting
De eigenaar van een terrein vordert onmiddellijke beëindiging van de exploitatie van een schietclub door de huurder van het terrein, het gehuurde te ontruimen, het in de oorspronkelijke staat terug te brengen en de Jachtschietclub (huurder) te veroordelen een saneringsplan te doen opstellen. Het terrein is ernstig verontreinigd met lood afkomstig van de jachtpatronen. De rechter stelt vast dat de huurovereenkomst slechts het perceel grond betrof zodat de Huurwet niet toepasselijk is. De beëindiging is dientengevolge onderworpen aan de algemene artikelen 7A:1584-1623 BW. De rechter wijs de vordering tot ontruiming toe en vat onder het terugbrengen in de oorspronkelijke staat het verwijderen van de gebouwen en de schietinstallaties. Voor toewijzing van de vordering een saneringsplan op te stellen zijn volgens de rechter te veel onduidelijkheden.
Tekst
Sinds de jaren vijftig huurt Jachtschietclub De Vliegende Schotel een terrein van de eigenaresse van landgoed Bornia in Driebergen. Het terrein bevat een clubhuis en diverse installaties ten behoeve van het kleiduivenschieten. In 1982 is de Stichting Het Utrechts Landschap eigenaresse van het landgoed geworden. Deze wenst de huurovereenkomst te beëindigen, omdat de huurster grond en grondwater van het terrein ernstig vervuild heeft met lood afkomstig van de jachtpatronen.
Het Utrechts Landschap zegt daartoe op 7 november 1994 tegen 1 januari 1996 de huurovereenkomst op. De Jachtschietclub verzet zich tegen de beëindiging van de huurovereenkomst.
De Provinciale Staten van Utrecht hebben inmiddels een ontwerpbeschikking ter inzage gelegd waarin zij meedelen dat zij voornemens zijn te besluiten dat het terrein van de Jachtschietclub ernstig verontreinigd is zoals bedoeld in artikel 29 Wet bodembescherming en dat sprake is van zodanige urgentie dat binnen vier jaar na de te nemen…