De waarde van de overbedelingsvordering bij door-vererving
Verwijzing
(FBN 1996, 78)
Op grond van de ouderlijke boedelverdeling in het testament van hun overleden vader hebben A en B ieder een vordering wegens onderbedeling op hun moeder M van ƒ 949.254. De hoofdsom en de verschuldigde enkelvoudige rente (7%) zijn eerst opeisbaar bij het overlijden van M.
B overlijdt. Erfgenamen zijn A en M. Tot de nalatenschap van B behoort de vordering op M.
Volgens de inspecteur dient het successierecht ter zake van de verkrijging van deze vordering te worden…
Wetgeving | |
---|---|
Jurisprudentie | |
Officiële publicaties | |
Europese regelgeving | |
Soort nieuws | Overig |
Publicatiedatum | 31-05-1996 |
Nummer | 1996/0145 |