Naar de inhoud

Eigendomsvoorbehoud, bestanddeelvorming en natrekking

1. Inleiding

Een verkoper die zekerheid wenst voor de voldoening van de koopprijs kan zich de eigendom voorbehouden en tegelijkertijd de feitelijke macht verschaffen aan de koper. Het eigendomsrecht van de verkoper is vanzelfsprekend slechts een effectieve zekerheid indien het eigendomsrecht in stand blijft. Geregeld wordt de voorbehouden eigendom van de verkoper bedreigd door zaaksvorming, (oneigenlijke) vermenging of natrekking. Hoewel de consequenties van zaaksvorming en (oneigenlijke) vermenging voor het eigendomsrecht van de verkoper vaak in de literatuur worden besproken, geldt dat in mindere mate voor natrekking.

In dit artikel wordt onderzocht welke consequenties bestanddeelvorming en natrekking hebben voor het eigendomsrecht van de verkoper en onder welke voorwaarden dit recht teniet gaat. Daarbij wordt toegespitst op de situatie dat een onder eigendomsvoorbehoud overgedragen roerende zaak bestanddeel wordt van een onroerende zaak (art. 3:4 BW) of wordt nagetrokken door (indirecte) vereniging met de grond (art. 5:20 BW). Bestanddeelvorming en natrekking met betrekking tot roerende zaken blijven derhalve buiten beschouwing. Bepleit wordt dat de wetgever een voorziening zou moeten treffen om de verkoper te behoeden voor de nadelige gevolgen van natrekking en bestanddeelvorming. Daartoe wordt allereerst ingegaan op de gevolgen van bestanddeelvorming (par. 2) en natrekking (par. 3) voor het eigendomsvoorbehoud. Vervolgens wordt uiteengezet hoe de positie van de verkoper versterkt kan worden (par. 4).

2. Bestanddeelvorming

Indien een verkoper een roerende zaak overdraagt onder eigendomsvoorbehoud, bestaat het risico dat deze zaak bestanddeel wordt van een onroerende zaak, als gevolg waarvan de voorbehouden eigendom van de verkoper teniet gaat: de voorheen roerende zaak verliest haar zaaksidentiteit en gaat op…