Enkelvoudige of samengestelde rente: behoeft het testament uitleg?
Is de in een testament genoemde rente enkelvoudig of samengesteld en wat is het fiscale en civieljuridische gevolg daarvan?
Wanneer de erflater een langstlevende testament heeft gemaakt waarbij aan een erfgenaam (bijvoorbeeld bij een wettelijke verdeling of ouderlijke boedelverdeling) of aan een legataris (bijvoorbeeld bij een samenwonerstestament) een vordering toekomt die niet direct opeisbaar is, zal er ook vaak een bepaling zijn opgenomen over de hoogte van de rente. In het hierna volgende ga ik ervan uit dat - zoals gebruikelijk in langstlevende testamenten - de rente op hetzelfde moment opeisbaar is als de vordering zelf.
Wordt, zoals sinds 1 januari 2003 in artikel 4:13, lid 4 Burgerlijk Wetboek (BW) is vermeld voor het versterferfrecht, bij de berekening van de rente telkens uitsluitend de hoofdsom in aanmerking genomen (enkelvoudige rente), of wordt ook rente over rente berekend (samengesteld)?
Vaak is dat duidelijk omdat het gewoon in het testament is opgenomen. Maar wat te denken van de volgende - in de praktijk veelvoorkomende - renteclausules:
-
ik bepaal dat mijn echtgenote over de vorderingen van de kinderen een jaarlijkse rente van 4% is verschuldigd;
-
ik bepaal dat mijn echtgenote over de vorderingen van de kinderen een jaarlijkse rente van 4% is verschuldigd. Samengestelde interest kan niet worden gevorderd;
-
ik bepaal dat mijn echtgenote over de vorderingen van de kinderen een jaarlijkse rente is verschuldigd gelijk aan de wettelijke rente. Ofwel: geen direct uitsluitsel of de rente enkelvoudig of samengesteld is.
Het antwoord op de vraag is van groot belang voor:
-
de Successiewet 1956 (hierna ook: SW 1956);
-
de Wet Inkomstenbelasting 2001 (hierna ook…