Naar de inhoud

Gemeenschap van goederen en tbs-regeling

Er gelden bijzondere fiscale regels bij samenloop van gemeenschap van goederen en toepassing van de tbs-regeling. Ook vanuit civielrechtelijk oogpunt zijn er aandachtspunten te noemen. We lieten Geert de Jong, belastingadviseur bij Grant Thornton en Theo Hoogwout, specialist estate planning en verbonden aan FBN Juristen en het Fiscaal economische instituut van de Erasmus Universiteit vanuit hun verschillende invalshoeken hun licht over dit onderwerp schijnen.

BZ201702-P2830UITDEPRAKTIJK

Wanneer een dga of zijn partner een vermogensbestanddeel (bijvoorbeeld een pand of een lening (rekening-courant verhouding!)) ter beschikking stelt aan zijn bv waarin hij een aanmerkelijk belang houdt, dan is de terbeschikkingsstellingsregeling van art. 3.92 Wet IB 2001 van toepassing. De dga wordt belast voor het inkomen (resultaat) uit terbeschikkingstelling. Iets vergelijkbaars geldt voor de niet in gemeenschap van goederen gehuwde IB-ondernemer wanneer aan zijn onderneming een pand of een lening ter beschikking wordt gesteld (art. 3.91 Wet IB 2001). Wat zijn de gevolgen van een huwelijk in gemeenschap van goederen of beëindiging daarvan?

Bestuursbevoegdheid

Theo Hoogwout legt uit dat de civielrechtelijke bestuursregeling van het huwelijksvermogensrecht doorwerkt naar de inkomstenbelasting. Zo wordt het ondernemingsvermogen fiscaal slechts aan de ondernemer toegerekend en niet mede aan zijn in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenote. Het aangaan van een algehele gemeenschap van goederen betekent ook niet dat beide echtgenoten ondernemer worden.

Het is mogelijk dat een ondernemende echtgenoot een goed dat onder de bestuursbevoegdheid van zijn echtgenote staat, in zijn onderneming wil gebruiken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een door de echtgenote geërfd pand waarin de ondernemende echtgenoot zijn bedrijf huisvest. Indien dit pand tot de gemeenschap behoort en met toestemming van…