Naar de inhoud

Het recht op premie-incasso door de tussenpersoon: ontwikkelingen en enkele 
praktische perikelen toegelicht

Het recht op premie-incasso door de tussenpersoon staat onder druk. Per 1 januari 2017 treedt een wijziging van dit wettelijk recht in werking. In dit artikel wordt de betekenis van deze wijziging voor de praktijk besproken. Verder komen enkele praktische perikelen aan de orde.

Het wettelijk recht op premie-incasso door de tussenpersoon

Als een verzekeringsovereenkomst wordt gesloten door bemiddeling van een tussenpersoon, heeft deze tussenpersoon het in de wet verankerde recht om de premie te incasseren. Dit staat in artikel 4:104 Wet op het financieel toezicht (Wft) en stond vroeger in artikel 19 Wet Assurantiebemiddeling en vervolgens in artikel 14 Wet assurantiebemiddelingsbedrijf.1

Dit recht van de tussenpersoon op het premie-incasso houdt verband met diens portefeuillerecht. Ook dit recht is in de wet verankerd en wel in artikel 4:102 en 103 Wft.

De door bemiddeling van de tussenpersoon gesloten verzekeringen behoren tot de portefeuille van de tussenpersoon. Door het portefeuillerecht wordt de positie van de tussenpersoon jegens de verzekeraar versterkt. De tussenpersoon onderhoudt in beginsel de contacten met de verzekeringnemer. Daar past bij dat hij dan ook de premie int.

Het portefeuillerecht kan niet los worden gezien van het recht van de tussenpersoon op betaling van provisie door de verzekeraar. Het recht op (doorlopende) provisie geeft de portefeuille (mede) een waarde.

Betaling van provisie is per 1 januari 2013 verboden voor zogenaamde complexe producten. Voor schadeverzekeringen mogen na 1 januari 2013 nog uitsluitend afsluit- en doorlopende provisies worden betaald. Andere geldstromen tussen verzekeraar en tussenpersoon in verband met de bemiddeling in verzekeringen zijn vanaf 1 januari 2013 verboden.

Als de…