Hypotheek
Afstand of opzegging van hypotheek
Welk verschil bestaat er tussen afstand doen en opzeggen van de hypotheek door de hypotheekhouder?
Zowel voor het ontstaan als het tenietgaan van beperkte rechten geldt een gesloten systeem (artikel 3:81). Artikel 3:81 lid 2 vermeldt als oorzaken van tenietgaan ook afstand (sub c) en opzegging (sub d).
Door de schakelbepaling van artikel 3:98 dient de afstand van een beperkt recht te geschieden op dezelfde wijze als waarop een registergoed wordt overgedragen (artikelen 3:84 en 3:89). Dus onder andere via een 'door partijen opgemaakte notariële akte', gevolgd door inschrijving; meerzijdig dus en aan vorm gebonden.
De opzegging daarentegen is eenzijdig en vormvrij al ligt het voor de hand van de opzegging te doen blijken uit de akte waarin het vervallen van de hypotheek wordt gemeld (de royementsakte). De wetgever verlangt wel dat reeds bij het ontstaan van het beperkt recht deze eenzijdige opzeggingsbevoegdheid is toegekend.
Omdat de afstandsprocedure, zeker als het gaat om de hypotheek van de vorige eigenaar, toch wel erg geforceerd aandoet, verdient het aanbeveling, in het bijzonder voor eventueel gedeeltelijk vervallen, de eenzijdige opzeggingsbevoegdheid voor de hypotheekhouder bij de hypotheekvestiging te bedingen.
Verbod tot vestiging nieuwe hypotheek
In de hypotheekakten of Algemene Hypotheekvoorwaarden wordt het de hypotheekgever veelal verboden om het huis met een volgende hypotheek (of andere beperkte rechten) te bezwaren.
Waarom is dit? De oudere hypotheek heeft hier toch geen last van?
Moet de notaris dienst weigeren indien de toestemming niet is gegeven?
Anders dan voorheen komt ook een tweede en volgende hypotheekhouder de bevoegdheid tot executie…