Naar de inhoud

Kabels en leidingen: BW of BP?

1. Inleiding

Aart van Velten heeft zich in zijn werkzame leven beziggehouden met alle vormen van privaatrechtelijke aspecten ten aanzien van onroerende zaken. Daartoe behoort ook de problematiek van kabels en leidingen.2 Ik neem aan dat deze bijdrage hem dan ook zal interesseren.

De materie van kabels en leidingen is de laatste jaren erg in beweging geweest. In de eerste plaats werd dit veroorzaakt door de verzelfstandiging van de openbare nutsbedrijven waardoor veel meer relevant werd de vraag bij wie de eigendom berust van de desbetreffende netwerken. Voorts is door de snelle technische ontwikkeling met name het aantal telecommunicatiekabels in de grond sterk uitgebreid en de maatschappelijke betekenis van die netwerken enorm toegenomen.

De ontwikkelingen op juridisch gebied werden ingeleid door de arresten van de Hoge Raad van 6 juni 20033 waarin beslist werd dat een kabelnet inderdaad - zoals het hof al eerder had beslist - onroerend is in de zin van art. 3:3 lid 1 BW. Kern van de overwegingen vormt de beslissing dat een kabelnet bestemd is om duurzaam ter plaatste te blijven en dit als zodanig ook naar buiten toe kenbaar is. Om die reden moet dan ook worden aangenomen dat kabelnetwerken inderdaad onroerend zijn.4Anders dan door sommigen werd beweerd, vormde de beslissing van de Hoge Raad geen verrassing. Wie immers de parlementaire geschiedenis van het nieuwe vermogensrecht - dat in 1992 in werking trad - bestudeert, kon reeds lang weten dat bijvoorbeeld in de toelichting op art. 5:20 BW uitdrukkelijk wordt vermeld dat tot de eigendom van onroerende zaken ook ondergrondse leidingen behoren,5terwijl in de parlementaire geschiedenis ten aanzien van het opstalrecht valt te…