Kan een erfpachter door verjaring de eigendom verkrijgen?
Samenvatting
Een erfpachter is geen bezitter, doch slechts houder van de grond. Hij kan derhalve zonder de bezitsinterversie van artikel 3:111 BW niet door verjaring eigendom van de grond verkrijgen. Bewaarder weigert terecht inschrijving van een notariële verklaring van verjaring.
Tekst
1. Casus
1. In 1853 heeft de parochie van de Heilige Andreas te Groesen (gemeente Duiven) door vestiging een erfpachtsrecht verkregen van een stuk grond dat sindsdien door de parochie gebruikt werd als begraafplaats en opbergruimte. Het is, zo meld ik meteen, in rechte niet komen vast te staan dat het erfpachtsrecht in duur is beperkt: het moet dus niet uitgesloten worden geacht dat deze erfpacht destijds voor onbepaalde tijd of eeuwigdurend is gevestigd. Of een canon verschuldigd was, vermeldt de historie niet.
2. De erfverpachter, J.A.P. Vermeer, is in 1854 overleden, ‘eventuele’ (aanhalingstekens van mij, Pl.) erfgenamen hebben zich tot op heden niet gemeld ondanks een oproep door de notaris in Trouw en De Gelderlander.
3. De parochie is van mening dat zij door (verkrijgende) verjaring (volledig) eigenaresse van het stuk grond is geworden omdat zij reeds meer dan 20 jaren het onafgebroken bezit daarvan heeft gehad, zich als eigenaar heeft gedragen en geen der (eventuele) erfgenamen van J.A.P. Vermeer zich gedurende die tijd heeft beroepen op het eigendomsrecht. Het bepaalde in artikel 3:306 BW brengt, zo nog steeds de parochie, met zich mee dat elke rechtsvordering van de eventuele erfgenamen van Vermeer is verjaard.
4. Op verzoek van de parochie maakt de…