Kleinkind, wettelijke verdeling en defiscalisering
Samenvatting
Op 1 januari 2012 is artikel 5.4 Wet Inkomstenbelasting 2011 aangepast. Zie in dit verband ook het artikel van Jacqueline Klinkert-Cino in FBN 2011, nr. 65. Een probleem dat ook al onder de oude regeling vraagtekens opriep, is bij de wetswijziging niet verduidelijkt. Op welk probleem wordt gedoeld? Stel dat twee echtgenoten hun (enige) kind (geheel of deel) willen onterven en willen dat hun (enige) kleinkind (naast de echtgenoot) erfgenaam is. Werkt de wettelijke verdeling dan bij het overlijden van een van de echtgenoten? En wat zijn de consequenties voor de inkomstenbelasting (defiscalisering)?
Tekst
Het begrip kind
In artikel 4:13, lid 1 BW is bepaald dat de wettelijke verdeling werkt wanneer een erflater een echtgenoot en een of meer kinderen achterlaat.
Het begrip kind is niet gedefinieerd. In het erfrecht bij versterf geldt dat wanneer een kind is vooroverleden of onterfd (of verwerpt of onwaardig is of zijn erfrecht is vervallen), het kleinkind diens plaats vervult (artikel 4:12, lid 1 BW). Perrick (Asser-Perrick 4*, nr. 60) en Van Mourik (Handboek Erfrecht 2011, IV.2) zijn met de minister (Parl. Gesch., Inv. Boek 4, p. 1551) van mening dat afstammelingen die bij plaatsvervulling erven, ook in de wettelijke verdeling worden betrokken. Breemhaar (Tijdschrift Erfrecht, 2003-12, nr. 6), heeft beargumenteerd dat kleinkinderen die uit eigen hoofde erven (in plaats van of naast het kind) ook betrokken worden in de wettelijke verdeling.
Ik…