Komt een verdachte met een alternatief scenario ...
Alternatieve scenario’s zijn hot, ook bij verdachten. Maar heeft de rechter wel voldoende houvast om op een goede manier zo’n alternatief, de verdachte vrijpleitend scenario te beoordelen? Deze bijdrage analyseert de wijze waarop de rechter argumenteert met alternatieve scenario’s en bewijs in zaken waarin de verdachte is vrijgesproken. De argumentatie van de rechter wordt daarbij beoordeeld op basis van bewijstheorie, en ook worden handvatten gegeven om die argumentatie te kunnen verbeteren.
1 Inleiding
Harde cijfers heb ik niet, maar op basis van wat ik hoor en lees is mijn indruk dat verdachten tegenwoordig minder snel bekennen dan een decennium of twee decennia geleden.1 Ze zwijgen, brengen een alternatief scenario naar voren, of zwijgen en laten ter zitting hun advocaat een alternatief scenario naar voren brengen. En hoewel ik ook hier geen harde uitspraken over kan doen, ligt het voor de hand een dergelijke niet-meewerkende procesopstelling van de verdachte in verband te brengen met factoren als het tijdsbeeld (een mondige burger), de raadsman bij het politieverhoor (in combinatie met, zoals ik ooit optekende uit de mond van een rechercheur, verdachten die te veel Amerikaanse politieseries kijken) en het contradictoire strafgeding met een actieve verdediging. Een strafgeding met een mondige verdachte en actieve verdediging vergt ook iets van de rechter. Die moet datgene wat de verdachte verklaart (of niet verklaart) goed op waarde kunnen schatten. Kan de rechter dat? De vraag die in deze bijdrage centraal staat is hoe de rechter een alternatief, de verdachte vrijpleitend scenario beoordeelt. Ik onderzoek daartoe zaken waarin de rechter uiteindelijk vrijspreekt. Eenzelfde exercitie kan…